6
G
EBRUIKERSINTERFACE
Glaasjescode configureren voor lasergegraveerde glaasjes
De glaasjescode moet zijn gebaseerd op de potjescode. Er zijn vier opties voor het configureren van
lasergegraveerde glaasjescodes. Combinaties van de vier opties zijn mogelijk.
Als er meer dan één optie wordt gebruikt, worden de opties in onderstaande volgorde toegepast:
1. Selecteer een segment uit de potjescode
2. Vervang tekens (in dat segment, indien van toepassing)
3. Voeg tekens in (in het segment met de vervangen tekens, indien van toepassing)
4. Voeg tekens toe (aan het segment, met de vervangen en ingevoegde tekens, indien van toepassing)
Na configuratie van de glaasjescode in de instellingen Barcodes configureren, moet het
lasergegraveerde label worden ontworpen in de instelling Labels ontwerpen.
Afbeelding 6-68 Hoe ziet de lasergegraveerde glaasjescode er uit?
6.54
Gebruikershandleiding ThinPrep
®
5000-processor met AutoLoader
Selecteer en stel een of
meer van deze opties in
om de relatie van de
glaasjescode met het
identificatiecodedeel van de
potjescode te beschrijven.
Als de glaasjescode en
potjescode identiek zijn,
selecteert u hier niets.