6
G
EBRUIKERSINTERFACE
Het labelontwerp blijft van kracht totdat de operator wijzigingen doorvoert. Er is een knop
waarmee het ontwerp kan worden teruggezet naar het standaard labelontwerp, zoals afgebeeld
in Afbeelding 6-50.
Venster toont het
huidige gebruikte
ontwerp
(standaardontwerp
weergegeven)
Knop Klaar om
terug te gaan
naar het scherm
Opties beheerder
Afbeelding 6-50 Scherm voor het bewerken van het labelontwerp
Stel de instellingen voor Barcodes configureren en andere systeeminstellingen in, zoals naam
instrument, naam lab en de datum voordat u de glaasjeslabels gaat ontwerpen. De functie
Labels ontwerpen kan informatie uit deze systeeminstellingen gebruiken.
De glaasjescode wordt afgeleid van de monsterpotjescode. Afhankelijk van de geselecteerde indeling
en de gebruikte primaire potjescode gelden er lengte- en tekenbeperkingen voor de uiteindelijke
glaasjescode.
Het potjeslabel moet zijn opgemaakt in een van de zes ondersteunde symbolenreeksen voor
1-D-barcodes (Code 128, Interleaved 2 of 5, Code 39, Code 93, Codabar of EAN-13/JAN) of in
een van de twee ondersteunde symbolenreeksen voor 2-D-barcodes (DataMatrix of QR-code).
Voor de potjeslabels mogen geen OCR-indelingen worden gebruikt.
6.38
Gebruikershandleiding ThinPrep
®
5000-processor met AutoLoader
Druk op de
knop Ontwerp
bewerken om
het labelontwerp
te wijzigen
Knop Std.
ontwerp
herstellen