7
B
EDIENINGSAANWIJZINGEN
Objectglaasjescassettes in het instrument plaatsen
De AutoLoader heeft een compartiment voor objectglaasjescassettes waarin de gebruiker de
cassettes met objectglaasjes voor de verwerking van monsters plaatst. Er zijn drie cassetteposities
die zijn gemarkeerd als vak 1, 2 of 3. Duw de cassette helemaal naar binnen. Het cassettepictogram
wordt op de gebruikersinterface weergegeven wanneer de sensor wordt geactiveerd door de
aanwezigheid van de cassette.
Afbeelding 7-5 Cassettes met objectglaasjes laden
De gebruiker moet aangeven welk type objectglaasjes elke cassette bevat. Zie "Objectglaasjes" op
pagina 6.6.
Bakjes voor potjes in het instrument laden
Afbeelding 7-6 Potjesbakje
De AutoLoader heeft vier vakken voor bakjes voor potjes met ThinPrep-monsters. Elk bakje kan
maximaal 40 monsters bevatten. Elk bakje wordt gezien als een batch en na voltooiing van een bakje
wordt een batchrapport gegenereerd. Elk bakje kan slechts één type monster bevatten om te zorgen
dat bij de verwerking van het monster het juiste filter- en objectglaasjestype wordt gebruikt.
Wanneer de systeeminstelling voor bakjesverwerking in ingesteld op "Stoppen als leeg", moeten
de monsters naast elkaar in het bakje staan. De batch kan minder dan 40 potjes bevatten, maar
wordt beëindigd als het systeem een lege positie detecteert. Het systeem gaat dan verder met de
verwerking van het volgende potjesbakje, indien dit is geplaatst en gereed is voor verwerking.
7.9
®
Gebruikershandleiding ThinPrep
5000-processor met AutoLoader