Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Monsterpotjes Etiketteren; Indeling Barcodelabel Voor Potjes - Hologic ThinPrep 5000 Gebruikershandleiding

Met autoloader
Verberg thumbnails Zie ook voor ThinPrep 5000:
Inhoudsopgave

Advertenties

7
B
EDIENINGSAANWIJZINGEN
De gebruikershandleiding van de ThinPrep 5000-processor met AutoLoader bevat uitgebreide
informatie over de bediening en het onderhoud van de processor, alsmede over het oplossen van
problemen. Ook bevat de handleiding informatie over de oplossingen en materialen die voor het
prepareren van objectglaasjes met de ThinPrep 5000-processor met AutoLoader benodigd zijn.
Laboratoriumhandschoenen voor eenmalig gebruik — Draag tijdens het werken met het
instrument beschermende kleding, in overeenstemming met algemene voorzorgsmaatregelen.
PARAGRAAF

DE MONSTERPOTJES ETIKETTEREN

C
De ThinPrep 5000-processor met AutoLoader leest de code van de monsterpotjes op de labels en
graveert deze nummers op de matglazen band van de objectglaasjes. Het objectglaasjeslabel wordt
vervolgens gelezen door een objectglaasjesscanner die controleert of de nummers overeenkomen.
De objectglaasjesscanner kan labels met barcodes of labels in OCR-indeling lezen. De gebruiker
configureert de indeling die op het objectglaasje wordt gegraveerd. Zie "Barcodes configureren"
op pagina 6.45 en "Labels ontwerpen" op pagina 6.37.

Indeling barcodelabel voor potjes

Het barcodelabel op het monsterpotje moet voldoen aan de specificaties van ANSI X3.182, met
kwaliteit B of hoger. Hologic adviseert de Code 128, 1-D barcodesymbolen te gebruiken voor het
barcodelabel op het monsterpotje.
Zie Tabel 6.2 op pagina 6.41 voor een uitgebreide beschrijving van de beperkingen die voor de code
gelden afhankelijk van de gebruikte objectglaasjesindeling. De beperkingen gelden voor glaasjescodes
voor voorgelabelde glaasjes en glaasjescodes die door de AutoLoader zijn gegraveerd.
De ThinPrep 5000-processor met AutoLoader kan ook worden gebruikt met de Interleaved 2 of 5,
Code 39, Code 93, Codabar (NW7) en EAN-13/JAN 1-D barcodesymbolen.
De ThinPrep 5000-processor met AutoLoader kan ook worden gebruikt met QR-code en Datamatrix
2-D barcodesymbolen.
De OCR-indeling voor potjeslabels mag niet worden gebruikt. De ThinPrep 5000-processor met
AutoLoader kan de barcode-informatie op het monsterpotje-label gebruiken om de barcode op
het glaasjeslabel te graveren.
Voor potjeslabels met een 2-D Data Matrix ECC 200-symbool is de minimale modulebreedte
0,381 mm (15 mil). De barcode moet aan de vier zijden rondom een blanco zone hebben van minstens
één module breed. De ThinPrep 5000-processor ondersteunt potjescodes van 5 tot 64 tekens. Alle
afdrukbare ASCII 128-tekens worden ondersteund. Sommige ThinPrep-potjes zijn afkomstig van
Hologic met 2D-barcodes op het label van het potje. De ThinPrep 5000-processor herkent dat dit geen
barcodes zijn voor potjescodes. Er zijn twee nummerschema's met 16 cijfers die de ThinPrep 5000-
processor niet zal herkennen als potjescode. Als uw laboratorium een potjescode-indeling met
16 cijfers gebruikt, mag u geen potjescode gebruiken met de indeling 10XXXXXX17XXXXXX of met
de indeling 01154200455XXXXX. Gebruik een vierkante 2-D-barcode die bij afdrukken niet groter is
dan 9,53 mm x 9,53 mm. De barcode moet bij afdrukken goed leesbaar zijn, niet wazig of gevlekt.
7.3
®
Gebruikershandleiding ThinPrep
5000-processor met AutoLoader

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave