Inhoudsopgave
Advertenties
OBSERVER i
4.5.7. Alarmvergrendeling AAN/UIT instellen / controleren
De functie alarmvergrendeling geeft de operator de mogelijkheid de alarmrelaisuitgang te vergrendelen
zelfs als het geluidsniveau onder het reactieniveau daalt. De alarmvergrendeling wordt op de fabriek op
UIT gezet.
Activeer de MENU-schakelaar zesmaal met de magneetstick. De huidige alarmvergrendelingstatus
verschijnt (fabrieksinstelling = ALOF = UIT). Activeren van 'omlaag' (▼) verandert de
alarmvergrendelingstatus
in
AAN
(ALON).
Activeren
van
'omhoog'
(▲)
verandert
de
alarmvergrendelingstatus terug in UIT. Na het activeren van ENTER zonder dat er wijzigingen zijn
aangebracht, gaat het toestel naar de normale bedrijfsmodus. Na het activeren van ENTER, wanneer er
wel wijzigingen zijn aangebracht, verschijnt SAVE in het display. Bevestig het opslaan door nogmaals
ENTER te activeren. Wanneer MENU wordt geactiveerd terwijl SAVE knippert, worden de wijzigingen
niet opgeslagen en gaat het toestel naar de normale bedrijfsmodus. Als ENTER werd geactiveerd,
verschijnt DONE in het display ter bevestiging dat de veranderingen zijn opgeslagen; het toestel keert
terug naar de normale bedrijfsmodus.
De operator kan de vergrendelingsinstellingen wijzigen en indien nodig naar het volgende item gaan
(fabrieksinstelling AAN/UIT) in het menu door direct na de wijziging MENU te activeren. De verandering
wordt in een latere fase opgeslagen wanneer op een later moment ENTER wordt geactiveerd. Als
gedurende 60 seconden geen schakelaar wordt geactiveerd, gaat de detector naar normale werking
zonder wijzigingen op te slaan.
Een vergrendeld relais resetten
Het activeren van OMHOOG, OMLAAG of ENTER zal een vergrendeld relais resetten. Het relais wordt
niet gereset als er op dat moment een alarmsituatie is.
36
Advertenties
Inhoudsopgave
