Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ann Gevoeligheidsniveau; Alarmrelais Bekrachtigd/Niet-Bekrachtigd; Alarmrelais Vergrendeld/Niet-Vergrendeld; Modbus - MSA General Monitors OBSERVER I Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

4.3.3. ANN gevoeligheidsniveau

In de Enhanced modus wordt de interne dB instelling ANN gevoeligheidsniveau genoemd. Het ANN
gevoeligheidsniveau is het SPL niveau (dB) waarbij het ANN begint te werken. Bijvoorbeeld: als het ANN
is ingesteld op 64 dB worden al het akoestische geluid ontvangen door de Observer i met een
geluidsniveau onder 64 dB NIET gezien als positief door het ANN. Wanneer de SPL boven 64 dB
uitkomt, zal het ANN een gaslek als positief zien en een alarm activeren. Aanbevolen wordt de ANN-
gevoeligheid zo laag mogelijk te houden om het detectiebereik te vergroten en het volledige potentieel
van de ANN-technologie te benutten. De ANN-gevoeligheid wordt intern ingesteld met behulp van de
magneet in het display in stappen van 5 dB tussen 44 en 99 dB. De fabrieksinstelling is 59 dB voor de
Enhanced modus FQHI.
gevoeligheidsniveau groter dan of gelijk aan 59 dB voor FQHI en groter dan of gelijk aan 54 dB voor
FQLO.
Tijdvertraging
Een interne tijdvertraging wordt ingesteld om een vals alarm te voorkomen als gevolg van korte pieken
in het achtergrondgeluid. Deze tijdvertraging kan intern worden ingesteld van 0 tot 240 seconden. De
fabrieksinstelling is ingesteld op 10 seconden voor de Classic modus en 2 seconden voor de Enhanced
modus.
In de Classic modus is de interne tijdvertraging alleen verbonden met het alarmrelais en niet met de 4-
20 mA analoge uitgang. Wanneer de analoge uitgang in de Classic modus wordt gebruikt, moet een
tijdvertraging worden geprogrammeerd in het brand- & gassysteem.
In de Enhanced modus regelt de vertragingstijd niet alleen het alarmrelais maar ook de analoge uitgang.
De vertragingstijd in de Enhanced modus is gelijk aan de tijd die nodig is waarin het ANN een gaslek
detecteert, een alarm wordt geactiveerd op de analoge uitgang en het alarmrelais wordt actief.

4.3.4. Alarmrelais bekrachtigd/niet-bekrachtigd

Het alarmrelais kan normaal bekrachtigd of normaal niet-bekrachtigd zijn. In de bekrachtigde/niet-
bekrachtigde toestand maakt het enkelpolig wisselcontact het openen of sluiten van een contact voor
een alarm mogelijk. De toestand van normaal bekrachtigd is een storingsbestendige methode. Als er
een alarm of stroomstoring optreedt, wordt een alarmtoestand aangegeven. De fabrieksinstelling is
normaal niet-bekrachtigd.

4.3.5. Alarmrelais vergrendeld/niet-vergrendeld

Het alarmrelais kan vergrendeld worden om de alarmtoestand vast te houden ook wanneer het gaslek
verdwijnt. Deze relaiseigenschap kan worden geconfigureerd met behulp van een magneet in het
display, maar ook via HART- of Modbus-interfaces. De fabrieksinstelling is niet-vergrendeld.

4.3.6. Modbus

Modbus is een optioneel serieel comminicatiekanaal dat gebruikt wordt voor besturingsinformatie. De
Observer i heeft twee onafhankelijke Modbus-kanalen. Het tweede Modbus-kanaal kan worden
geconfigureerd in een optionele HART-interface.
Baudrates 2400, 4800, 9600, 19200, 38400, 57600 bps
Fabrieksinstelling is 19200 bps
Formats 8-N-1, 8-N-2, 8-O-1,
Fabrieksinstelling is 8-N-1
Adres
Fabrieksinstelling is Kanaal 1 Adres 1 en Kanaal 2 Adres 1
Aanbevolen wordt de Enhanced modus te gebruiken met een ANN-
19
OBSERVER i

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave