4.5.1. Instellen /controleren van detectiemodus en analoge
uitgangsmodus
De detectiemodus kan worden ingesteld door de magneet gedurende 5 seconden tijdens het opstarten
op de MENU-toets te plaatsen. Aan het einde van de opstartprocedure gaat de Observer i naar detectie-
instelmenu waarbij "ENON" voor Enhanced modus aan of "ENOF" voor Enhanced modus uit wordt
weergegeven. "ENOF" betekent dat de Observer i in de Classic modus is.
De Classic modus heeft slechts één analoge uitgangsmodus: 4-20 mA komt overeen met 40-120 dB. De
Observer i schakelt automatisch naar deze modus om wanneer de Classic modus wordt geselecteerd.
De Observer i zal standaard naar discreet SPL (EAO1) gaan, wanneer de Enhanced modus wordt
geselecteerd. Als wijziging naar de Enhanced analoge uitgangsmodus nodig is, nadat "ENON" is
geselecteerd, drukt u op MENU en in het display verschijnt "EAO1". Gebruik OP en NEER toets om de
beschikbare stroommodi te selecteren.
Om de detectiemodus of analoge uitgangsmodus te controleren drukt u op MENU, wanneer de Observer
i in standby is; de Observer i zal de onderstaande opties gedurende 2 seconden knipperend weergeven:
"CLSM": Observer i is in Classic modus.
•
"EAO1": Observer i is in Enhanced modus en analoge uitgang is in discrete SPL modus.
•
"EAO2": Observer i is in Enhanced modus en analoge uitgang is in discrete modus.
•
"EAO3": Observer i is in Enhanced modus en analoge uitgang is in volledige SPL modus.
•
30
OBSERVER i