Rijden op de motorfiets
De motor stopzetten
1
2
3
4
1.
Motorstopschakelaar
2.
Stand STOP
3.
Stand RUN (draaien)
4.
Startknop
5.
Stand OFF (uit)
6.
Stand ON (AAN)
7.
Contactschakelaar
8.
Neutraal-indicator
De motor uitschakelen:
•
Sluit de gasklep volledig.
•
Selecteer neutraal.
•
Zet het contact uit.
•
Selecteer de eerste versnelling.
•
Zet de motorfiets op de zijstandaard
op een stevige, vlakke ondergrond.
•
Schakel het stuurslot in.
Voorzichtig
De motor mag niet gestopt worden
door
bij
rijdende
contactschakelaar uit te zetten. De
motorstopschakelaar
bedoeld voor gebruik in een noodgeval.
Wanneer de motor wordt gestopt
terwijl de motorfiets rijdt, kan dat
schade aan onderdelen van de motor-
fiets toebrengen.
104
5 6
TRIP 1
1234
mi
DISTANCE
21.5 C
o
N
0
2
4
6
8
10
12
F
E
7
8
motorfiets
de
is
uitsluitend
De motor starten
34
AVG
Nooit de motor starten of laten
0
S
draaien in een afgesloten ruimte.
M
Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen
x100
binnen korte tijd bewusteloosheid en
de dood tot gevolg hebben.
Gebruik de motorfiets altijd in de open
lucht of op een plaats met voldoende
ventilatie.
Druk de startknop niet langer dan
vijf seconden onafgebroken in, omdat
dit oververhitting van de startmotor
en ontlading van de accu tot gevolg
heeft.
Wacht 15 seconden alvorens de start-
knop opnieuw in te drukken, zodat
de startmotor kan afkoelen en de
accuspanning zich kan herstellen.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien, omdat dit oververhitting en
motorschade kan veroorzaken.
Waarschuwing
Voorzichtig