5. Controle en onderhoud
5
Controle en onderhoud
5.1
Algemene instructies
5.2
Periodieke controles
19
OPGELET
4
4
4
4
4
4
4
4 Controleer de waterdruk van de cv-installatie. Indien de waterdruk
te laag is, voegt u water aan de installatie toe.
¼Zie hoofdstuk: "De installatie bijvullen met water", pagina
20.
4 Controleer radiatoren op lekkage en (speciaal in vochtige ruimtes)
op roest.
M002276-B
Een jaarlijkse inspectie is verplicht.
Het is aanbevolen een onderhoudscontract af te
sluiten.
De servicebeurten moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
Er mogen alleen originele reserveonderdelen
gebruikt worden.
Controleer of de mantels en schoorstenen goed zijn
aangesloten, in goede staat verkeren en niet verstopt
zijn.
U moet de uitgang(en) van het condensaat niet
wijzigen of dichtmaken.
Als er een systeem voor het neutraliseren van het
condensaat is geïnstalleerd, neem dan de instructies
voor reiniging en onderhoud van het met dit systeem
meegeleverde blad in acht.
AWHP MIV-II
23/04/2013 - 300023324-001-03