Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterset van Pfeiffer Vacuum

7.4.13 Beluchtingsmodi

40
Ventilator
Twee opties in de aansluitconfiguratie stellen het continu bedrijf of het temperatuurgere-
gelde in- en uitschakelen van een aangesloten luchtkoeling in staat (zie p. 32, 7.3). De
limietwaarden zijn typespecifiek in de aandrijfelektronica opgeslagen.
Spergasventiel
 Met parameter [P:050] een aangesloten spergasventiel via de voorgeconfigureerde
uitgang in- of uitschakelen.
Spergascontrole
 Configuratie van een open en beschikbare toebehorenuitgang [P:035], [P:036,
[P:037] of [P:038] op optie "13".
 Instellen van de waarschuwingsdrempel [P:791] op het gewenste spergasdebiet.
 Opvraging van het spergasdebiet via [P:337].
Het beluchten van de turbopomp is pas na het uitschakelen van de functie "pompinstal-
latie" mogelijk. De signaaloutput van de geconfigureerde uitgangen vindt plaats na een
vast ingestelde vertragingstijd van 6 s. Voor het bedrijf met een aangesloten beluchtings-
ventiel zijn drie bedrijfsmodi beschikbaar.
 Met parameter [P:012] de beluchting inschakelen.
 Met parameter [P:030] de beluchtingsmodus kiezen.
Vertraagde beluchting
De start en de beluchtingstijd na "pompinstallatie uit" zijn configureerbaar en afhankelijk
van het toerental van de turbopomp.
 Parameter [P:030] = 0
 Met parameter [P:720] het toerental van de beluchting in % van het nominale toeren-
tal instellen.
 Met parameter [P:721] de beluchtingstijd in seconden instellen.
Bij het onderschrijden van het beluchtingstoerental wordt het beluchtingsventiel gedu-
rende de ingestelde beluchtingstijd geopend. Bij een stroomuitval wordt na het onder-
schrijden van het ingestelde beluchtingstoerental belucht. De beluchtingsduur is in dit
geval afhankelijk van de geleverde restenergie van de draaiende rotor. Bij herstel van de
stroomtoevoer wordt de beluchting gestaakt.
Niet beluchten
In deze bedrijfsmodus wordt er niet belucht.
 Parameter [P:030] = 1
Direct beluchten
De start- en beluchtingstijd is niet configureerbaar. Het beluchten start met een tijdver-
traging van 6 s na "pompinstallatie uit". Na het opnieuw inschakelen van de functie pom-
pinstallatie wordt het beluchtingsventiel automatisch gesloten. Bij stroomuitval vindt het
beluchten plaats na het onderschrijden van een vast ingesteld, typespecifiek toerental.
Bij herstel van de stroomtoevoer wordt de beluchting gestaakt.
 Parameter [P:030] = 2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave