7.4.11 Stand-by-werking voorpomp
7.4.12 Bedrijf met toebehoren
Pfeiffer Vacuum raadt een onderbroken bedrijf tussen 5 en 10 hPa aan. Voor het instellen
van de schakeldrempel is een drukmeetapparaat en een doseerventiel nodig.
Het vacuümsysteem met de functie "pompinstalaltie" inschakelen en het opstarten af-
wachten.
Een voorvacuümdruk van 10 hPa opbouwen door gastoevoer via een doseerventiel.
Parameter [P:316] aflezen en noteren.
Inschakellimiet van de voorpomp met parameter [P:711] op het vastgestelde aandrijf-
vermogen voor 10 hPa voorvacuümdruk instellen.
De voorvacuümdruk tot 5 hPa verlagen.
Parameter [P:316] aflezen en noteren.
De uitschakellimiet van de voorpomp met parameter [P:710] op het vastgestelde aan-
drijfvermogen voor 5 hPa voorvacuümdruk instellen.
Vertraagde inschakeling
Het gelijktijdig inschakelen van de turbopomp en voorpomp kan tot een ongewenst gas-
debiet leiden. De voorpomp kan afhankelijk van de proces- of toepassingsvereisten ver-
traagd worden ingeschakeld. De inschakelvertraging is afhankelijk van het toerental van
de turbopomp en is vast ingesteld in de aandrijfelektronica op 6 Hz.
Het signaal kan ook voor het schakelen van een voorvacuüm veiligheidsventiel worden
gebruikt.
Vertraagd interval bedrijf
Schommelingen in onderbroken bedrijf kunnen ertoe leiden dat de ingestelde schakel-
drempels worden over- dan wel onderschreden, zodat de voorpomp ongewenst inscha-
kelt. Afhankelijk van de proces- of toepassingsvereisten kan het onderbroken bedrijf met
een vertraging worden ingeschakeld. De omschakelvertraging is afhankelijk van een on-
onderbroken continu en stabiel overschrijden dan wel onderschrijden van de ingevoerde
schakeldrempels.
● Uitschakeldrempel, parameter [P:710]
● Inschakeldrempel, parameter [P:711]
● Vertraging 8 s.
Het signaal kan ook voor het schakelen van een voorvacuüm veiligheidsventiel worden
gebruikt.
Aangesloten Pfeiffer Vacuüm voorpompen met toerentalregeling kunnen door configura-
tie van een digitale uitgang [P:019] of [P:024] in stand-by-werking worden gebracht.
Daarbij schakelt het pompstandsignaal de voorpomp bij overeenkomstig opgenomen
vermogen van de turbopomp niet uit, maar in werking met verminderd toerental.
Aansluiting van de voorpomp door geschikt verbindingskanaal uit het Pfeiffer Vacuüm
toebehoren verzekeren.
Parameter [P:019] of [P:024] = 22 (stand-by-werking voorpomp).
Instelling van het stand-by-toerental zie overeenkomstige gebruiksaanwijzing van de
voorpomp.
Afhankelijk van de configuratie kunnen verschillende apparaten op de turbopomp wor-
den aangesloten en via de parameters van de aandrijfelektronica worden aangestuurd.
Verwarming
Met parameter [P:001] verwarming in- of uitschakelen.
De inschakeling van de aangesloten verwarming van het pomphuis is afhankelijk van
toerental schakelmoment 1 (fabrieksinstelling 80 % x f
Parameterset van Pfeiffer Vacuum
).
nominaal
39