Braadthermometer
nl
apparaat uitgeschakeld is. Hij heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
U kunt maximaal 23 uur en 59 minuten instellen. Tot 10
minuten kan de wekkertijd in stappen van 30 seconden
worden ingesteld. Hierna worden de tijdstappen groter,
naarmate de waarde hoger is.
Afhankelijk van de toets die u het eerst aantipt, begint
de wekkertijd bij een andere voorgestelde waarde:
5 minuten bij toets A en 10 minuten bij toets @.
Op toets v tippen tot het wekkersymbool V
1.
gemarkeerd is.
Met toets A of @ de wekkertijd instellen.
2.
Na enkele seconden start de wekkertijd.
Geldt de ingestelde wekkertijd voor de looptijd van
Tip:
het apparaat, gebruik dan de tijdsduur. Het apparaat
schakelt dan automatisch uit.
Wekker is afgelopen
Er klinkt een signaal. Op het display staat de wekkertijd
op nul.
Met een willekeurige toets de wekker uitschakelen.
Wijzigen en afbreken
Met toets A of @ kunt u de wekkertijd op elk moment
veranderen. Na enkele seconden wordt de verandering
overgenomen.
Om het programma af te breken zet u met toets A de
wekkertijd helemaal naar nul terug. De wekker is
uitgeschakeld.
Tijdfuncties opvragen
Wanneer er tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het
symbool waarvan de tijd op dat moment wordt
weergegeven is gemarkeerd.
Om de waarden van de verschillende tijdfuncties op te
vragen tipt u zo vaak op de toets v tot het gewenste
symbool gemarkeerd is.
Tijd instellen
Na de aansluiting of na een stroomonderbreking
knippert de tijd op het display. Stel de tijd in.
De functiekeuzeknop dient in de nulstand te staan.
Met toets A of @ de tijd instellen.
1.
De tijd knippert niet meer.
Met de toets v bevestigen.
2.
Het apparaat neemt de ingestelde tijd over.
In de basisinstellingen kunt u vastleggen of
Aanwijzing:
de tijd op het display wordt weergegeven.
~ "Basisinstellingen" op pagina 22
Tijd wijzigen
U kunt de tijd zo nodig weer wijzigen, bijv. van zomer- in
wintertijd.
Hiervoor als het apparaat uitgeschakeld is op toets v
tippen, tot het symbool voor de tijd gemarkeerd is, en
met toets A of @ de tijd veranderen.
20
@Braadthermometer
M et de braadthermometer kunt u het eindresultaat
B r a a d t h e r m o m e t e r
exact op uw wensen afstellen. Hij meet de temperatuur
binnen in het gerecht. Zodra de ingestelde temperatuur
bereikt is, schakelt het apparaat automatisch uit.
Verwarmingsmethoden
Niet alle verwarmingsmethoden zijn geschikt voor
gebruik met de braadthermometer.
Geschikte verwarmingsmethoden zijn:
: 3D-hetelucht
■
7 Milde hetelucht
■
; Pizzastand
■
4 Circulatiegrillen
■
% Boven- en onderwarmte
■
Kiest u een ongeschikte
Aanwijzing:
verwarmingsmethode terwijl de braadthermometer
ingestoken is, dan klinkt er een signaal.
Temperatuur
De braadthermometer meet de temperatuur binnen in
het gerecht tussen 30 °C en 99 °C. U stelt de
gewenste kerntemperatuur in met het display.
De temperatuur van de binnenruimte wordt zoals
gebruikelijk ingesteld met de temperatuurknop. Stel de
temperatuur niet hoger in dan 250°C, zodat de
braadthermometer niet beschadigd raakt.
De ingestelde temperatuur van de binnenruimte moet
minstens 10°C hoger zijn dan de ingestelde
kerntemperatuur.
De braadthermometer in het gerecht steken
Voordat u het gerecht in de binnenruimte plaatst, steekt
u de braadthermometer in het vlees.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde
braadthermometer. Deze kunt u als accessoire
bestellen bij de servicedienst.
:
Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!
Bij gebruik van een verkeerde braadthermometer kan
de isolatie beschadigd raken. Gebruik alleen de
braadthermometer die bestemd is voor het toestel.
Insteken
Steek de braadthermometer in de dikste plaats van het
vlees. Let erop dat het uiteinde van de punt zich
ongeveer in het midden van het stuk vlees bevindt. Hij
mag niet in het vet steken en geen contact maken met
bot of met de vorm.