Het apparaat na de aangegeven tijdsduur uitschake-
5.
len.
Wachten tot de binnenruimte is afgekoeld.
6.
De Bediening in essentie
6 De Bediening in essentie
6.1 Inschakelen van het apparaat
De functiekeuzeknop op een stand buiten de nul-
▶
stand draaien.
a Het apparaat is ingeschakeld.
6.2 Apparaat uitschakelen
De functiekeuzeknop op de nulstand
▶
a Het apparaat is uitgeschakeld.
6.3 Verwarmingsmethoden en temperatuur
Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode
1.
instellen.
Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of
2.
grillstand instellen.
a Na enkele seconden begint het apparaat op te war-
men.
Snel voorverwarmen
7 Snel voorverwarmen
Om tijd te sparen, kunt u met de functie snel voorver-
warmen de opwarmingsduur verkorten.
Gebruik snel voorverwarmen alleen bij ingestelde tem-
peraturen van boven de 100 °C.
Na het snel voorverwarmen het best volgende
verwarmingsmethoden gebruiken:
¡ 3D‑hetelucht
¡ Boven- en onderwarmte
7.1 Snelvoorverwarming instellen
Om een gelijkmatig bereidingsresultaat te krijgen, de
gerechten pas na het snel voorverwarmen in de bin-
nenruimte plaatsen.
Reiniging en onderhoud
8 Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er
voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
8.1 Reinigingsmiddelen
Gebruik geen ongeschikte reinigingsmiddelen, zodat
de verschillende oppervlakken van het apparaat niet
beschadigd raken.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een elektrische schok ver-
oorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
▶
om het apparaat te reinigen.
De gladde oppervlakken met zeepsop en een
7.
schoonmaakdoekje reinigen.
De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
8.
doekje of een zachte borstel reinigen.
Schakel het apparaat uit wanneer het gerecht klaar
3.
is.
Tip: De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
Verwarmingsmethode wijzigen
U kunt de verwarmingsmethode altijd wijzigen.
draaien.
Met de functiekeuzeknop de gewenste verwarmings-
▶
methode instellen.
Temperatuur wijzigen
U kunt de temperatuur altijd wijzigen.
Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste tempe-
▶
ratuur instellen.
Snel voorverwarmen
1.
stellen.
De gewenste temperatuur met de temperatuurknop
2.
instellen.
a Na enkele seconden start het snel voorverwarmen.
a Als het snel voorverwarmen eindigt, dooft de indica-
tie voor het voorverwarmen.
Een geschikte verwarmingsmethode met de functie-
3.
keuzeknop instellen.
Het gerecht in de binnenruimte plaatsen.
4.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen beschadigen de op-
pervlakken van het apparaat.
Gebruik geen agressieve of schurende reinigings-
▶
middelen.
Gebruik geen sterk alcoholhoudende reinigingsmid-
▶
delen.
Gebruik geen harde schuursponsjes of afwasspons-
▶
jes.
Gebruik geen speciale reinigingsmiddelen wanneer
▶
het apparaat nog warm is.
De Bediening in essentie nl
met de functiekeuzeknop in-
9