¡ er bij gebruik van een aardlekschakelaar alleen een
type met het symbool
aardlekschakelaars met dit symbool voldoen aan de
geldende voorschriften.
¡ De aansluitkabel niet in contact komt met warmte-
bronnen.
15.8 Aansluitkabel met geaarde stekker
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschrif-
ten aangebracht, randgeaard stopcontact aansluiten.
Wanneer de stekker na de inbouw niet meer toeganke-
lijk is, moet de geïnstalleerde elektrische installatie in
de fasen volgens de instellingsvoorschriften worden
voorzien van een separator.
15.9 Aansluitkabel zonder geaarde stekker
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat
aansluiten.
De geïnstalleerde elektrische installatie dient volgens
de opbouwvoorschriften in de fasen te worden voorzien
van een separator. De fase- en neutraalleider (nullei-
der) in het stopcontact identificeren. Bij een verkeerde
aansluiting kan het apparaat worden beschadigd.
Alleen aansluiten volgens het aansluitschema. De infor-
matie over de spanning vindt u op het typeplaatje. De
aders van de elektrische aansluitleiding dienen over-
eenkomstig de kleurcodering te worden aangesloten:
Kabelkleur
Groen-geel
Blauw
Bruin
15.10 Apparaat bevestigen
¡ Het apparaat volledig inschuiven en centrisch uitlij-
nen.
¡ Het apparaat vastschroeven.
De spleet tussen werkblad en apparaat niet door extra
deklatten afsluiten.
Breng geen isolatieprofielen aan de zijwanden van de
ombouwkast aan.
Voor de demontage:
¡ Maak het apparaat spanningsloos.
¡ Draai de bevestigingsschroeven los.
¡ Til het apparaat iets op en trek het helemaal naar
buiten.
wordt gebruikt. Alleen
Kabeltype
Aardingskabel
Nulleider (nul)
Fase (buitendraad)
Installatievoorschrift nl
31