Inhoudsopgave
Advertenties
1 Inleiding tot de DDU-100-AED
BELANGRIJKE OPMERKING: Deze gebruikershandleiding is uitsluitend van
toepassing op DDU-100-AED's met softwareversie 3.2 of hoger die zijn voorzien van
de hiernaast weergegeven markering op het etiket van de elektrodenhouder op het
achterpaneel van de AED (zie paragraaf 5.2.7 voor nadere informatie).
Raadpleeg www.defibtech.com/support voor meer informatie over
DDU-100-AED's met eerdere softwareversies.
Deze gebruikershandleiding bevat informatie om opgeleide gebruikers te begeleiden bij het gebruik en
onderhoud van de Automatische externe defibrillators ("AED's") uit de Defibtech DDU-100-reeks met
toebehoren. Dit document bevat uitgebreide training voor instelling, gebruik en onderhoud en is de bron
voor volledige technische specificaties. Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de AED's, een bespreking van
wanneer deze al dan niet gebruikt moeten worden en informatie over de vereiste training van de gebruiker.
1.1 Overzicht
De DDU-100-AED is ontworpen als een gebruiksvriendelijk, draagbaar apparaat met batterijvoeding.
De eenvoudige interface biedt de gebruiker gesproken instructies en visuele aanwijzingen. De AED kan
informatie vastleggen over gebeurtenissen, zoals ECG's, audiogegevens (optioneel) en SCHOK/GEEN
SCHOK-aanbevelingen.
De DDU-100 is een halfautomatische externe defibrillator. Deze heeft twee bedieningselementen: de Aan/
uit-knop en de Schokknop. Deze AED dient de patiënt NIET automatisch een schok toe; het apparaat geeft
de gebruiker enkel advies. De Schokknop is alleen maar ingeschakeld wanneer er een schokbaar ritme
gedetecteerd is en het apparaat geladen en klaar is om een schok toe te dienen. Er wordt automatisch
geladen wanneer het apparaat een schokbaar ritme detecteert. De operator moet de Schokknop indrukken
om de defibrillatie te starten.
Wanneer de DDU-100-AED is aangesloten op een patiënt die buiten bewustzijn is en niet ademt, voert het
apparaat de volgende taken uit:
• Vraagt de gebruiker de noodzakelijke handelingen uit te voeren om een analyse mogelijk te maken.
• Voert een automatische analyse uit van het ECG van de patiënt.
• Stelt vast of er een schokbaar ritme is.
• Laadt de condensator.
• Activeert de Schokknop als de AED een schokbaar ritme detecteert en vraagt de gebruiker om op de
Schokknop te drukken als het apparaat gereed is en een schok wordt geadviseerd.
• Herhaalt het proces indien nodig.
De AED maakt gebruik van twee zelfklevende, niet-steriele defibrillatie-elektroden voor eenmalig gebruik om
ECG-signalen te bewaken en, indien nodig, de patiënt defibrillatie-energie toe te dienen. Deze elektroden
worden geleverd in een wegwerpverpakking voor eenmalig gebruik die van tevoren kan worden aangesloten
op de AED. Op de elektrodenverpakking staat een vervaldatum.
1
DAC-E560-NL-DA
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
