Waarschuwingen (vervolg)
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
2.3 AANDACHTSPUNTEN
Situaties, gevaren of onveilige praktijken die gering lichamelijk letsel, beschadiging van de
DDU-100-AED of gegevensverlies kunnen veroorzaken.
LET OP
LET OP
LET OP
Tijdens de defibrillatie kunnen luchtblaasjes tussen de huid en de
defibrillatie-elektroden brandwonden op de huid van de patiënt veroorzaken.
Om luchtblaasjes te helpen voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de
zelfklevende defibrillatie-elektroden volledig op de huid gehecht zijn. Gebruik
geen uitgedroogde of vervallen defibrillatie-elektroden.
Door de gebruiker gestarte en automatische zelftests zijn bedoeld om te
beoordelen of de DDU-100-AED gebruiksklaar is. Geen enkele mate van
testen kan echter prestaties verzekeren of misbruik, beschadiging of een
defect detecteren dat na voltooiing van de meest recente test is opgetreden.
Als beschadigde apparatuur of accessoires worden gebruikt, kan het apparaat
onjuist werken en/of kan de patiënt of gebruiker letsel oplopen.
Mochten de gesproken instructies om de een of andere reden niet te horen
zijn (bijvoorbeeld in een lawaaierige omgeving), volg dan de ledlampjes aan de
voorzijde van de AED om de reanimatie voort te zetten.
Volg alle instructies op het etiket van het batterijpak. Plaats geen
batterijpakken waarvan de vervaldatum is verstreken.
Volg alle instructies op het etiket van de defibrillatie-elektroden. Gebruik
defibrillatie-elektroden vóór hun vervaldatum. Gebruik defibrillatie-elektroden
niet opnieuw. Gooi defibrillatie-elektroden na gebruik weg (wanneer u
vermoedt dat de elektroden niet goed functioneren, dient u ze aan Defibtech
te retourneren om ze te laten testen).
De defribillatie-elektroden mogen niet langer dan 24 uur continu met de huid
van patiënt in contact zijn.
9
DAC-E560-NL-DA