Inhoudsopgave
Advertenties
8.1.5 Patiëntanalysesysteem
Het patiëntanalysesysteem zorgt ervoor dat de patiënt-impedantie binnen het juiste bereik valt en
analyseert het ECG-ritme van de patiënt om te bepalen of een schok vereist is. Bij detectie van een niet-
schokbaar ritme wordt de gebruiker opgedragen om te reanimeren. Bij schokbare ritmen laadt de AED
automatisch op ter voorbereiding van een schoktoediening.
Het patiëntanalysesysteem spoort artefacten op in het ECG-signaal van de patiënt en verwijdert
deze. Artefacten kunnen door diverse oorzaken optreden, waaronder: ruis, beweging van de patiënt,
ademhaling, spiersamentrekking en pacemakers. Een door de patiënt veroorzaakt artefact of elektrische
ruis kan een accurate ritmeanalyse verstoren. Wanneer zulke artefacten aanwezig zijn, geeft de AED de
gebruiker de instructie "stop beweging" of "stop verstoring" tot het ECG-signaal ruisvrij is, waarna met
de analyse wordt begonnen.
8.1.5.1 Criteria voor schokbare ritmen
De DDU-100-AED is, indien aangebracht op een patiënt die aan de gebruiksindicaties voldoet, ontworpen
om een defibrillatieschok aan te bevelen wanneer er een geschikte elektrodenimpedantie wordt
gedetecteerd in combinatie met een van de volgende omstandigheden:
Ventrikelfibrillatie
Ventrikeltachycardie
(met inbegrip van ventriculaire
flutter en polymorfische VT)
De DDU-100-AED is ontworpen om geen schok aan te bevelen voor alle andere ritmen, waaronder
normale sinusritmen, fijn ventrikelfibrilleren (<200 μVolt) en sommige trage ventriculaire tachycardieën
en asystolie.
Piek-piekamplitude van ten minste 200 μVolt.
Waarschuwing:
Sommige VF-ritmen met zeer lage amplitude
of lage frequentie worden mogelijk niet schokbaar geacht.
Hartritme van ten minste 180 slagen per minuut en een piek-
piekamplitude van ten minste 200 μVolt.
Waarschuwing:
Sommige VF-ritmen met zeer lage amplitude
of lage frequentie worden mogelijk niet schokbaar geacht.
48
DAC-E560-NL-DA
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
