6.1
Controleren of de tractor geschikt is
6.1.1
Berekenen van de daadwerkelijke waarden voor het totale gewicht van de
tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de
banden en het minimaal benodigde ballastgewicht
KE Super BAG0068.2 10.08
WAARSCHUWING
Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar
voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en
remvermogen van de tractor!
•
Controleer of uw tractor geschikt is, voordat u de machine aan
de tractor monteert of aankoppelt.
Koppel de machine uitsluitend aan tractoren die daartoe
geschikt zijn.
•
Voer een remmentest uit om te controleren of de tractor ook met
aangekoppelde machine over voldoende remvermogen
beschikt.
Voor de geschiktheid van uw tractor zijn in het bijzonder de volgende
voorwaarden van belang:
•
het toelaatbare totaalgewicht
•
de toelaatbare asbelastingen
•
de toelaatbare oplegdruk op het koppelingspunt van de tractor
•
de draagvermogens van de gemonteerde banden
•
het toelaatbare trekgewicht dient voldoende te zijn
Deze gegevens staan op het typeplaatje of op het
kentekenbewijs en in de bedieningshandleiding van de tractor.
De vooras van de tractor dient altijd met tenminste 20% van het eigen
gewicht van de tractor belast te zijn.
De tractor dient de door de tractorfabrikant voorgeschreven
remvertraging ook te realiseren als de machine is aangekoppeld.
Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor, aangegeven in het
kentekenbewijs, dient hoger te zijn dan de som van
•
leeggewicht van de tractor,
•
ballastgewicht en
•
totaalgewicht van de aangebouwde machine of oplegdruk van
de aangekoppelde machine.
Deze opmerking geldt alleen voor Duitsland:
Als het, ondanks het ten volle benutten van alle mogelijkheden die in
redelijkheid gevergd kunnen worden, niet mogelijk is om de
asbelastingen en/of het toelaatbare totaalgewicht aan te houden, kan
op basis van een rapport van een officieel erkende deskundige voor
het autoverkeer met toestemming van de tractorfabrikant de volgens
het deelstaatrecht verantwoordelijke overheidsinstantie een speciale
vergunning volgens § 70 StVZO alsmede de noodzakelijke
toestemming volgens § 29 alinea 3 StVO verlenen.
Inbedrijfstelling
51