2
Druk op de h-toets om het volgende scherm van het
afleesmenu te selecteren.
Het scherm
over de status van de verschillende circuits.
•
: huidige status van circuit 1.
•
: huidige status van circuit 2.
Als een circuit is ingeschakeld kan de volgende statusinformatie
verschijnen:
•
: 40% - dit percentage verwijst naar de werkzame capaciteit
van dat bepaalde circuit.
LET OP
Wanneer een circuit zich bevindt in een terugkeerfase
wegens hoge druk, dan zal de capaciteitsaanduiding
knipperen. Een terugkeerfase wegens hoge druk
voorkomt een oplading of een gedwongen ontlading
veroorzaakt door een te hoge druk.
Als een circuit is uitgeschakeld kan de volgende statusinformatie
verschijnen:
•
: een van de veiligheidsvoorzieningen van het
circuit is werkzaam (zie het hoofdstuk
pagina
16).
•
: het circuit is beperkt door een afstandscontact.
•
: de huidige waarde van een van de software-
timers bedraagt niet nul (raadpleeg
•
het circuit is klaar om te starten als een extra
koelbelasting nodig is.
De
voorgaande
OFF-meldingen
belangrijkheid. Indien één van de timers "busy" is, en één van de
veiligheidsvoorzieningen "active", dan vermeldt de statusinformatie
.
De
wordt vermeld onderin het scherm. Het
percentage is de werkelijk benutte koelcapaciteit van de unit.
3
Druk op de h-toets om het volgende scherm van het
afleesmenu te selecteren.
Het scherm
informatie over de drukken in het circuit.
/ : hoge druk van het koelmiddel in circuit 1/2. Het eerste
getal geeft de druk weer in bar, het tweede de verzadigings-
temperatuur van het borrelpunt in graden Celsius.
/ : lage druk van het koelmiddel in circuit 1/2. Het eerste
getal geeft de druk weer in bar, het tweede de verzadigings-
temperatuur van het dauwpunt in graden Celsius.
4
Druk op de h-toets om het volgende scherm van het
afleesmenu te selecteren.
Voor het inkijken van de actuele werkingsinformatie betreffende
de omgevingstemperatuur en het totale aantal uren werking van
de compressor.
5
Druk op de g-toets om terug te keren naar de andere
afleesmenu's.
Instellen van de temperatuur
De unit maakt bepaling en keuze van vier onafhankelijke
temperatuurinstelpunten
mogelijk.
voorbehouden voor controle van de inlaat, de twee andere voor
controle van de uitlaat.
: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 1,
: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 2.
:
wateruitlaattemperatuur
instelpunt 1,
:
wateruitlaattemperatuur
instelpunt 2.
De keuze tussen instelling 1 en 2 gebeurt met behulp van een
afstandsschakelaar voor tweevoudige instelling (door de klant te
monteren). De huidige instelling kan worden afgelezen in het
afleesmenu.
EWAD120~340MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22683-1
van het afleesmenu geeft informatie
"Storingsopsporing" op
"Timermenu" op pagina
verschijnen
in
orde
van het afleesmenu geeft
Twee
instelpunten
van
verdamper,
van
verdamper,
LET OP
De klant mag ook een instelpunt definiëren in functie
van een analoge input.
LET OP
Raadpleeg tevens "Instellingen op maat in het
onderhoudsmenu",
veranderlijke
montagehandleiding.
Als
u
manuele
"Gebruikersinstelmenu" op pagina
hierboven vermelde instellingen actief zijn.
Om een instelling aan te passen, gaat u als volgt te werk:
1
Ga naar het instelmenu. Raadpleeg het hoofdstuk
krijgen tot een menu" op pagina
Als het gebruikerspaswoord niet van toepassing is om de
instellingen te wijzigen (raadpleeg
pagina
9) zal de besturing meteen het instelmenu selecteren.
Als het gebruikerspaswoord wel van toepassing is om
instellingen te wijzigen dient u de correcte code in te geven met
gebruik van de g- en h-toetsen (raadpleeg
woordmenu" op pagina
bevestigen en het instelmenu te selecteren.
10).
2
Selecteer de te wijzigen instelling met behulp van de q-toets.
Een instelling is geselecteerd als de cursor knippert achter de
naam van de instelling.
van
Het " " teken geeft de huidige temperatuurinstelling weer.
3
Druk op de g- en h-toetsen om de temperatuurinstelling te
wijzigen.
De fabrieks-, grens- en trapwaarden voor de instelling van de
koeltemperatuur zijn:
standaardwaarde
limietwaarden
trapgrootte
(a) Voor units met glycol kunt u de benedengrens van
koeltemperatuurinstelling aanpassen door de minimale
bedrijfstemperatuur in het onderhoudsmenu te wijzigen
(raadpleeg de montagehandleiding). De volgende waarden
zijn van toepassing:
4
Druk op de q-toets om het aangepaste temperatuurinstelpunt
op te slaan.
Als de instelling bevestigd is, gaat de cursor over naar het
volgende instelpunt.
5
Om andere instelpunten te wijzigen, herhaalt u dezelfde
procedure vanaf
LET OP
Als een instelling van een unit in een DICN-systeem is
gebeurd zal deze instelling gelden voor alle andere
units.
zijn
LET OP
Raadpleeg tevens
pagina 12
vlottend instelpunt" op pagina
hoofdstuk
"Instellen
inputs
en
outputs"
besturing
selecteert
9), zal geen enkele van de
6.
"Gebruikersinstelmenu" op
11). Druk op q om het paswoord te
(a)
-->
: 5°C, 3°C, –2°C, –7°C
: 2°C, 0°C, –5°C, –10°C
stap
2.
"Bepalen van de weektimer" op
en
"Bepalen van de instellingen voor het
13.
van
de
in
de
(raadpleeg
"Toegang
"Gebruikerspas-
-->
Gebruiksaanwijzing
8