R3T ........................Sensor voor inlaatwatertemperatuur van de
verdamper
R4T ........................Temperatuursensor van de wateruitlaat van de
verdamper (alleen voor EWAD120~170)
R5T ........................Omgevingstemperatuursensor
R7T ........................Sensor voor temperatuur gemengd uitlaatwater
(alleen voor EWAD240~340)
R8T ........................Sensor voor gemeenschappelijk uitlaatwater in
een DICN-systeem
S1PH,S2PH ...........Hogedrukschakelaar circuit 1, circuit 2
S3T,S4T .................Afvoer thermische beveiliging circuit 1, circuit 2
S5E ........................Noodstopdrukknop
S6S ............ * .........Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking
(bijv. starten/stoppen op afstand)
S8L.........................Debietschakelaar
S9L............. # .........Contact dat sluit als de pomp in werking is
S10S .......... * .........Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking
(bijv. dubbel instelpunt)
S11S .......... * .........Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking
(bijv. capaciteitsbeperking 1 inschakelen/
uitschakelen)
S12S .......... * .........Veranderlijke schakelaar voor afstandswerking
(bijv. capaciteitsbeperking 2 inschakelen/
uitschakelen)
S13S .......... ##.......Hoofdnetscheidingsschakelaar
S14PH,S15PH .......Hogedrukschakelaar circuit 1, circuit 2
TC01~TC04............Optocoupler (analoog-naar-digitaal signaal)
TR1 ........................Transformator besturingscircuit
TR2 ........................Voedingsbesturing van de transformator +
digitale ingangen
V1............... ** ........Voltmeter voor circuit 1 (en voor circuit 2)
Y11S,Y21S.............12%-capaciteitstrap voor compressor circuit 1,
circuit 2
Y15S,Y25S.............Vloeistofinjectieklep van de compressor circuit 1,
circuit 2
Y16S,Y26S.............Magneetklep vloeistofleiding circuit 1, circuit 2
Niet mogelijk als optie
Verplicht
Niet verplicht
V
OOR HET OPSTARTEN
Controle voor het opstarten
Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar op het voedings-
paneel van de unit is uitgeschakeld.
Controleer na de montage van de unit de volgende punten vooraleer
de hoofdschakelaar in te schakelen:
1
Lokale bedrading
Zorg ervoor dat de lokale bedrading tussen het voedingspaneel
en de unit is uitgevoerd overeenkomstig de instructies vermeld
in de montagehandleiding, de elektrische schema's en de
geldende Europese en nationale reglementeringen.
2
Extra pompgrendelcontact
Extra grendelcontacten (S*L) zijn vereist (bijv. debietschakelaar,
contact van contactschakelaar van pompmotor). Monteer het
tussen de gepaste klemmen (raadpleeg het bij de unit geleverde
bedradingsschema). Dit moeten normaal open contacten zijn.
Gebruiksaanwijzing
5
Niet geleverd bij standaardunit
Mogelijk als optie
#
##
*
**
3
Zekeringen of beveiligingen
Controleer of het type en de grootte van de zekeringen of de
lokaal gemonteerde beveiligingen overeenstemmen met de
vereisten vermeld in de montagehandleiding. Zorg ervoor dat er
geen zekering of beveiliging is overgeslagen.
4
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
5
Interne bedrading
Controleer of u geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast ziet.
6
Montage
Controleer of de unit correct is gemonteerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
7
Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
8
Koelmiddellek
Controleer in de unit of er geen koelmiddellek voorkomt.
Raadpleeg uw verdeler van producten mocht dit het geval zijn.
9
Olielek
Controleer de compressor op eventuele olielekken. Raadpleeg
uw verdeler van producten mocht er een lek voorkomen.
10 Afsluiters
Open volledig de vloeistof-, gas- en aanzuigafsluiters (indien
deze zijn voorzien).
11 Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit niet
belemmerd is door papier, karton of iets anders.
12 Spanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
13 Wateraansluiting
Controleer het waterleidingsysteem en de circulatiepompen.
Controleer of een waterfilter goed voor de waterinlaat van de
verdamper is geïnstalleerd.
Watertoevoer
Vul de waterleidingen, daarbij rekening houdend met de minimum
benodigde
waterhoeveelheid
montagehandleiding.
Zorg ervoor dat de waterkwaliteit beantwoordt aan de normen
vermeld in de montagehandleiding.
Ontlucht het systeem op de hoogste punten van het systeem en
controleer de werking van de circulatiepomp en de debietschakelaar.
Voedingsaansluiting en carterverwarming
Om beschadiging van de compressor te voorkomen dient
u de carterverwarming ten minste 8 uur voor het
opstarten van de compressor in te schakelen als de unit
gedurende een lange periode niet heeft gefunctioneerd.
Procedure voor het inschakelen van de carterverwarming:
1
Schakel de stroomonderbreker in op het lokaal voedingspaneel.
Zorg ervoor dat de unit in de
2
De carterverwarming wordt automatisch ingeschakeld.
voor
de
unit.
Raadpleeg
OFF
-stand staat.
"
"
EWAD120~340MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22683-1
de