nl Uw apparaat leren kennen
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat
minder stroom.
Verwarm het apparaat alleen voor wanneer het recept
of de insteladviezen dit aangeven.
¡ Wanneer u het apparaat niet voorverwarmt, dan be-
spaart u tot 20 % energie.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bak-
vormen.
¡ Deze bakvormen nemen de hitte bijzonder goed
op.
Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo weinig
mogelijk.
¡ De temperatuur in de binnenruimte blijft constant
en het apparaat hoeft niet na te verwarmen.
Meerdere gerechten direct achter elkaar of parallel
bakken.
¡ De binnenruimte is na de eerste keer bakken opge-
warmd. Hierdoor is de baktijd voor het gebak dat
vervolgens wordt gebakken korter.
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Opmerking: Afhankelijk van het apparaattype kunnen
details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en
de vorm.
1
2
4.2 Knoppen
Met de toetsen links en rechts aan het bedieningspaneel schakelt u uw apparaat of de werking in en uit.
Toets
Functie
on/off
start/stop
6
3
2
4
Gebruik
Apparaat in- of uitschakelen.
Kort indrukken: werking starten of onderbreken.
Ca. 3 seconden ingedrukt houden: werking afbreken.
Bij langere bereidingstijden het apparaat 10 minuten
voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen.
¡ De restwarmte is voldoende om het gerecht verder
te bereiden.
Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
¡ Overtollige accessoires hoeven niet verwarmd te
worden.
Laat diepgevroren producten vóór de bereiding ont-
dooien.
¡ Hierdoor wordt bespaard op de energie om het
voedsel te ontdooien.
Opmerking:
Het apparaat verbruikt:
¡ in gebruik met ingeschakeld display max. 1 W
¡ in gebruik met uitgeschakeld display max. 0,5 W
1
Knoppen
De toetsen links en rechts van het bedienings-
paneel hebben een drukpunt. De toetsen die-
nen te worden ingedrukt. Bij apparaten zonder
roestvrijstalen front zijn de toetsen eveneens
touchvelden.
Touch-velden
2
Touchvelden zijn aanraakgevoelige oppervlak-
ken. Om een functie te kiezen, slechts licht op
het betreffende veld drukken.
3
Bedieningsring
1
U kunt de bedieningsring onbegrensd naar
links of rechts draaien. Licht op de bedienings-
ring drukken en in de gewenste richting bewe-
gen.
4
Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden,
keuzemogelijkheden of aanwijzingsteksten.