GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
Ingrediënten moe‐
ten op kamertem‐
peratuur zijn.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
Ga als volgt te werk voor gebruik: Voedselsensor
Stap 1
Schakel de oven in.
Stap 2
Stel een verwarmingsfunctie in en indien nodig de oventemperatuur.
Stap 3
Invoegen: Voedselsensor.
Vlees, gevogelte en vis
Voor de beste kookresultaten:
De voedingssensor
mag niet worden
gebruikt voor vloei‐
bare gerechten.
Tijdens het koken
met de voedings‐
sensor in het ge‐
recht blijven en de
stekker in de aan‐
sluiting.
Ovenschotels
ACCESSOIRES
Maak gebruik van de aan‐
bevolen vleesthermometer‐
instellingen voor voedsel.
Raadpleeg "Kooktips".
31/64