D-2
bewaken
BLS
configuratie
CPR
curve
defibrillatie
defibrillatielading
defibrillatieschok
ECG
elektroden
fibrillatie
gebeurtenis
gevoeligheid
HEARTSTART M5066A
Een modus voor achtergrondanalyse bij een onbeweeglijke patiënt (m.a.w.
als er geen CPR wordt uitgevoerd) om te bepalen of het hartritme van de
patiënt is veranderd in een schokbaar ritme.
Basisreanimatie, ofwel Basic Life Support.
De instelling van alle bedrijfsopties van de HeartStart defibrillator inclusief
het behandelingsprotocol. De standaardconfiguratie kan door bevoegden
gewijzigd worden via de HeartStart Event Review-software.
Cardiopulmonale resuscitatie. Een techniek voor het leveren van kunstmatige
beademing en hartcompressie om het leven in stand te houden bij een
slachtoffer van hartstilstand totdat defibrillatie uitgevoerd kan worden.
Zie 'SMART tweefasige curve'.
Beëindiging van hartfibrillatie door middel van elektrische energie.
Elektrische energie die opgeslagen wordt in de condensator van de
HeartStart defibrillator wanneer deze wordt geladen voor het toedienen van
een schok.
Zie 'SMART tweefasige curve'.
Elektrocardiogram, een opname van het elektrische ritme van het hart zoals
gedetecteerd door de defibrillatorelektroden.
Zie 'SMART-pads'.
Een storing van het normale hartritme die een chaotische, ongeorganiseerde
activiteit tot gevolg heeft waardoor het hart niet op doeltreffende wijze bloed
kan pompen. Ventrikelfibrilleren (fibrillatie in de onderste kamers van het hart)
gaat gepaard met acute circulatiestilstand.
Een handeling die door de HeartStart defibrillator wordt herkend of verricht
als stap in de reeks handelingen van het gebruik van het apparaat tijdens een
voorval. Voorbeelden zijn: aanbrengen van de elektroden, analyse van het
hartritme, toedienen van een schok enz.
Een maatstaf voor het vermogen van de HeartStart defibrillator om
schokbare hartritmen betrouwbaar te detecteren en identificeren.