SUUNTO D5
1. Veiligheid
Types veiligheidsvoorziening
WAARSCHUWING: - wordt gebruikt als een procedure of situatie ernstig letsel of de
dood tot gevolg kan hebben.
LET OP: - wordt gebruikt als het product als gevolg van een procedure of situatie
schade kan oplopen.
OPMERKING: - wordt gebruikt om belangrijke informatie te benadrukken.
TIP: - wordt gebruikt voor extra tips met betrekking tot kenmerken en functies van het
apparaat.
WAARSCHUWING: elke computer kan defect raken. Het is mogelijk dat dit apparaat
tijdens de duik plotseling geen nauwkeurige informatie meer verstrekt. Gebruik altijd een
back-upinstrument en duik altijd samen met een buddy. Alleen duikers die zijn opgeleid in
het correcte gebruik van een duikuitrusting mogen deze duikcomputer gebruiken. U MOET
vóór gebruik de bijsluiter en de gebruikershandleiding van uw duikcomputer lezen. Doet u dit
niet, dan kan dit leiden tot onjuist gebruik, ernstig letsel of de dood.
Vóór de duik
Zorg dat u het gebruik, de displays en de beperkingen van uw duikinstrumenten volledig
begrijpt. Neem bij vragen over deze handleiding of het duikinstrument vóór de duik contact
op met uw Suunto-dealer. Vergeet niet dat U VERANTWOORDELIJK BENT VOOR UW EIGEN
VEILIGHEID!
Controleer vóór vertrek naar de duiklocatie uitgebreid of de duikcomputer goed werkt.
Controleer het apparaat op de duiklocatie handmatig voordat u het water in gaat.
Controle van de duikcomputer vóór de duik
Controleer het volgende:
1. SUUNTO D5 staat in de juiste duikmodus en het display werkt naar verwachting.
2. De hoogte is juist ingesteld.
3. De persoonlijke instellingen zijn correct.
4. De diepe stops zijn juist ingesteld.
5. De juiste eenheden zijn ingesteld.
6. Het kompas is gekalibreerd. Start het kalibreren handmatig in het menu onder Algemeen
(Algemeen) » Kompas (Kompas) » Kalibreren (Kalibreren) om te controleren of de
geluidssignalen van de duikcomputer werken. Zodra het kalibreren is voltooid, moet u een
geluid horen.
7. De batterij is volledig opgeladen.
8. Alle primaire en back-upmeters voor tijd, druk en diepte, zowel digitaal als analoog,
correcte, geven consistente meetwaarden aan.
5