Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zuurstofblootstelling; Decompressieduiken - Suunto D5 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor D5:
Inhoudsopgave

Advertenties

SUUNTO D5

3.9.3. Zuurstofblootstelling

De berekeningen voor zuurstofblootstelling zijn gebaseerd op tabellen en principes die zijn
vastgelegd in de huidige, algemeen geaccepteerde blootstellingtijden. Daarnaast gebruikt de
duikcomputer verschillende methoden om de zuurstofblootstelling zo behoudend mogelijk in
te schatten. Bijvoorbeeld:
De weergegeven berekeningen voor zuurstofblootstelling worden omhoog afgerond naar
het eerstvolgende percentage.
De CNS%-limieten tot aan 1,6 bar (23,2 psi) zijn gebaseerd op de limieten in het NOAA
Duikhandboek van 1991.
Het monitoren van de OTU is gebaseerd op het dagelijkse tolerantieniveau voor de lange
termijn en de herstelfactor is verlaagd.
Gegevens gerelateerd aan zuurstof die door de duikcomputer worden weergegeven, zijn ook
zodanig opgezet dat alle waarschuwingen en meldingen getoond worden tijdens de
overeenkomstige fasen van de duik. Bijvoorbeeld: de volgende informatie wordt voorafgaand
en tijdens de duik gegeven als de computer in de Lucht/Nitrox- of Trimix-modus is ingesteld:
Het geselecteerde O
CNS% en OTU
Hoorbare meldingen als CNS% 80% bereikt en daarna een melding als de 100% limiet is
overschreden
Meldingen als OTU 250 heeft bereikt en daarna weer als de limiet van 300 is
overschreden
Hoorbaar alarm als de pO
WAARSCHUWING: WANNEER DE AANDUIDING VAN DE ZUURSTOFLIMIETWAARDE
AANGEEFT DAT DE MAXIMALE LIMIET IS BEREIKT, DIENT U ONMIDDELLIJK ACTIE TE
ONDERNEMEN OM DE ZUURSTOFBLOOTSTELLING TE VERLAGEN. Als u geen actie
onderneemt om de zuurstofblootstelling te verlagen nadat een CNS%/OTU-waarschuwing is
afgegeven, kan dit het risico op zuurstofvergiftiging, letsel of de dood tot gevolg hebben.

3.10. Decompressieduiken

Wanneer u de geen-decompressielimiet overschrijdt, is er sprake van een decompressieduik
(decoduik). De SUUNTO D5 voorziet u dan van de decompressie-informatie die u voor de
opstijging nodig hebt. Informatie over de opstijging wordt altijd met twee waarden
weergegeven:
Ceiling (Plaf.): de diepte tot waar u mag opstijgen
Asc. time (Opstijgtijd): de optimale tijd in minuten die u met de desbetreffende gassen
nodig heeft om aan de oppervlakte te komen
WAARSCHUWING: STIJG NOOIT TOT BOVEN HET PLAFOND! U mag nooit opstijgen tot
boven het decompressieplafond. Om te voorkomen dat u dit per ongeluk doet, raden we aan
om altijd iets onder het plafond te blijven.
WAARSCHUWING: Vergeet niet dat, wanneer u met meerdere gassen duikt, de
duikcomputer er bij de berekening van de opstijgtijd altijd van uitgaat dat u alle gassen
gebruikt die in het menu Gases (Gassen) zijn opgenomen. Controleer vóór de duik altijd of
alleen de gassen voor de geplande duik zijn gedefinieerd. Wis de gassen die voor de
desbetreffende duik niet beschikbaar zijn.
22
% (en mogelijk helium %)
2
-waarde over de vooraf ingestelde limiet gaat (hoog pO
2
-alarm)
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave