SUUNTO D5
alarm en een rode pijl omlaag links van de diepte waarschuwen voor een onveilige
decompressie.
Als u het alarm negeert en drie minuten op een diepte boven de veiligheidsmarge blijft,
vergrendelt de SUUNTO D5 de algoritmeberekening en is er tijdens de rest van de duik
geen decompressie-informatie beschikbaar. Zie 3.2. Algoritmevergrendeling
(Algoritmevergrendeling D5).
Voorbeelden van decompressiedisplays
Hieronder ziet u een typische weergave van een decompressieduik met de opstijgtijd en de
eerste vereiste diepe stop op 20,3 meter:
SUUNTO D5 toont altijd de plafondwaarde vanaf de diepste van deze stops. De diepte van
het plafond van diepe en veiligheidsstops verandert tijdens de stop niet. De tijd van de stop
wordt in minuten en seconden afgeteld.
In onderstaand display is de diepte van de stop ingesteld op 9,0 meter en bevindt de duiker
zich op 9,1 meter. De witte pijlen naast de diepte geven aan dat de duiker zich binnen het
venster van de stop bevindt. 1' 28 is de tijd van een optionele stop en wordt in een geel veld
in het alternatieve venster getoond:
In onderstaand display is de diepte van de stop 3,0 meter en bevindt de duiker zich op 3,6
meter. Ook nu geven de witte pijlen aan dat de duiker zich binnen het venster van de stop
bevindt. 3' 29 is de tijd van een verplichte stop en wordt in een rood veld in het alternatieve
venster getoond:
In het volgende voorbeeld bevindt de duiker zich op 2,4 meter (de diepte van de stop is nog
steeds 3,0 meter). Hij zit dus binnen het venster van de stop, maar boven de limiet. Met een
gele pijl omlaag wordt aangegeven dat de duiker moet afdalen naar de optimale diepte. De
optimale diepte (de diepte van de stop) is 3,0 meter en in het geel weergegeven:
24