Scherpstelvergrendeling
Scherpstelvergrendeling zet de automatische scherpstelling vast. Dat kan van pas komen bij onder-
werpen buiten het beeldmidden of bij moeilijke scherpstelsituaties (blz. 25).
Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader. Druk de ont-
spanknop half in en houd hem in die positie.
• Het scherpstelsignaal geeft aan dat de scherpstelling is ver-
grendeld. Sluitertijd en diafragma veranderen van wit in zwart
om aan te geven dat de belichting is vergrendeld.
• Is de scherpstelling ingesteld, dan verschijnt een AF-veld in
het live-beeld dat aangeeft waarop werd scherpgesteld.
Houd de ontspanknop half ingedrukt, ga terug naar de oor-
spronkelijke beeldcompositie. Druk de ontspanknop geheel in
om de foto te maken.
Scherpstelbereik
Alle afstanden zijn gemeten vanaf de voorzijde van het objectief. Op blz. 35 vindt u het macro-
scherpstelbereik.
Groothoekstand
0,6 m tot oneindig
Telestand
1,6 m tot oneindig
24
Basistechniek opname
Scherpstelsignalen
Het scherpstelsignaal in de rechter benedenhoek van de lcd-monitor geeft de scherpstelstatus aan.
De sluiter kan worden ontspannen, ook als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen.
Scherpstelling vergrendeld
Scherpstelling bevestigd (P, A, S en M continu AF stand en Sport/actie Digitaal
Onderwerpsprogramma). Belichting blijft continu bijstellen.
Kan niet scherpstellen. Onderwerp te dichtbij of speciale scherpstelsituatie verhindert
goede instelling.
Bij gebruik van het Sport/actie Digitale Onderwerpsprogramma stelt de camera continu scherp
zolang de ontspanknop half ingedrukt wordt gehouden; de scherpstelkaders worden rood. Houd het
onderwerp binnen de rode scherpstelkaders. Scherpstelvergrendeling is niet mogelijk.
Kan het AF-systeem niet op een bepaald onderwerp scherpstellen, dan kan de scherpstelvergren-
deling worden gebruikt voor meting op een object op gelijke afstand. Ook is het mogelijk handmatig
scherp te stellen in de Digitale Onderwerpsprogramma's of in de stand P (blz. 36).
Speciale scherpstelsituaties
De camera kan onder bepaalde omstandigheden mogelijk niet goed scherpstellen. Kan het AF-
systeem niet op een onderwerp scherpstellen, dan wordt het scherpstelsymbool rood. In deze situa-
tie kan scherpstelvergrendeling op een onderwerp op de gelijke afstand als het hoofdonderwerp
worden uitgevoerd; kies vervolgens de gewenste compositie om de foto te maken.
Het
onderwerp
in
het
Twee onderwerpen op
scherpstelkader heeft te
verschillende afstanden
laag contrast.
binnen scherpstelkader.
Onderwerp bevindt zich
Onderwerp is te donker.
dichtbij een zeer helder
onderwerp of gebied.
25