BEELDKWALITEIT INSTELLEN
Stel voordat u opnamen gaat maken de beeldkwaliteit in. Deze digitale camera heeft
vier kwaliteitsinstellingen: superfijn (S.FINE), fijn (FINE), standaard (STD.) en economy
(ECON.).
De beeldkwaliteit is afhankelijk van de compressieverhouding. De compressieverhou-
ding gaat omhoog en de beeldkwaliteit omlaag in de volgorde: superfijn
standaard
economy.
Hoe lager de compressieverhouding, des te hoger is de beeldkwaliteit. Kies voor een
hoge beeldkwaliteit de stand superfijn of fijn. Denk eraan dat het aantal opnamen dat u
op een compact flash kaart kunt opslaan lager wordt naarmate de compressieverhou-
ding lager is (geen compressie in de stand superfijn).
Wanneer het belangrijk is zoveel mogelijk beelden op de compact flash kaart op te
slaan dient u de stand economy of standaard te gebruiken. In dat geval zal de beeld-
kwaliteit door de hoge compressieverhouding wel lager zijn dan in de standen superfijn
en fijn.
Kwaliteit
Compressieverhouding
Superfijn
1 : 1 (geen compressie)
Fijn
Ca. 1 : 5
Standaard
Ca. 1 : 13
Economy
Ca. 1 : 26
Druk in de stand REC op de
toets MENU.
• De opname-menu's verschijnen.
Druk op
of
te selecteren.
- 51 -
fijn
om "QUALITY"
Vervolg op volgende blz.