Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NL GEBRUIKSAANWIJZING
CAMERA

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Minolta Dimage 2300

  • Pagina 1 NL GEBRUIKSAANWIJZING CAMERA...
  • Pagina 2 2000. Neem voor informatie over producten die na deze datum werden uitgebracht contact op met Minolta. Het adres vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Dit teken op de onderkant van uw camera geeft aan dat deze camera voldoet aan de eisen van...
  • Pagina 3: Juist En Veilig Gebruik

    Ga niet lopen terwijl u het beeld van het LCD-scherm bekijkt. Neem de camera niet uit elkaar. Wanneer u een hoog-voltage-circuit binnen de camera aanraakt kunt u een electrische schok krijgen. Breng of stuur de camera naar de Technische Dienst van Minolta wanneer reparatie nodig is. LET OP Bij langdurig gebruikt zal de camera behoorlijk warm worden.
  • Pagina 4: Voordat U Begint

    VOORDAT U BEGINT Controleer de inhoud van de verpakking voordat u begint. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar of met Minolta. • Minolta Dimâge 2300 camera (1 x) • Alkaline-batterijen, type AA (4 x) • Video-kabel (1 x) •...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    INHOUD JUIST EN VEILIG GEBRUIK ................2 VOORDAT U BEGINT ..................3 INHOUD......................4 BENAMING VAN DE ONDERDELEN CAMERA-BODY..................8 ONDERZIJDE BODY ................10 ZOEKER....................10 DATA-SCHERM..................11 METEEN AAN DE SLAG VOORBEREIDING .................12 OPNAMEN MAKEN ................12 OPNAMEN WEERGEVEN ..............14 OPNAMEN WISSEN ................15 VOORBEREIDING BEVESTIGING VAN HET DRAAGKOORD............17 BATTERIJEN PLAATSEN................18 Batterijwaarschuwing................20 Automatische uitschakeling ..............21...
  • Pagina 6 INHOUD INGEBOUWDE FLITSER................33 FLITSSIGNAAL..................33 FLITSBEREIK ..................34 FLITSFUNCTIE INSTELLEN ..............34 CONTINU-OPNAMEN (BURST-FUNCTIE)............36 ZELFONTSPANNER/AFSTANDSBEDIENING ZELFONTSPANNER ................38 AFSTANDSBEDIENING.................40 DIGITALE VERGROTING (OPNAMESTAND) ..........42 MACRO......................44 BELICHTINGSCORRECTIE ................46 OPNAMEMENU’S OPNAME-MENU’S (LCD-SCHERM) .............49 ONDERWERPEN EN INSTELLINGEN OPNAME-MENU .....49 De opname-menu’s oproepen .............50 BEELDKWALITEIT INSTELLEN ............51 BEELDFORMAAT INSTELLEN.............54 BESTANDSGROOTTE..............56 KAART-CAPACITEIT ..............57 WITBALANS INSTELLEN ..............58...
  • Pagina 7 INHOUD – VERVOLG OPNAMEN WEERGEVEN (PLAY) WEERGAVESCHERM Play-scherm (LCD-scherm) – Enkelbeeld ..........65 Play-scherm (LCD-scherm) – Index ............65 ENKELBEELD-WEERGAVE................66 INDEX-WEERGAVE ..................67 Camera uitschakelen in de stand PLAY ..........68 DIGITALE VERGROTING [WEERGAVESTAND] ..........69 AUTOMATISCHE WEERGAVE (DIA-SHOW) Scherm automatische weergave (LCD-scherm) ........71 Automatische weergave stoppen............73 De instellingen voor automatische weergave wijzigen.....74 OPNAMEN WISSEN (PLAY-STAND) EEN ENKELE OPNAME WISSEN ..............78...
  • Pagina 8 TABLE OF CONTENTS – CONT’D SETUP-STAND SETUP-MENU’S SETUP-MENU’S (LCD-SCHERM) ............101 SETUP-FUNCTIES EN HUN INSTELLINGEN ........101 De SETUP-menu’s oproepen.............102 DE HELDERHEID VAN HET LCD-SCHERM INSTELLEN....103 EEN COMPACT FLASH KAART FORMATTEREN......105 DE AUTOMATISCHE UITSCHAKELING INSTELLEN......107 DATUM EN TIJD INSTELLEN..............109 TERUG NAAR DE STANDAARD-INSTELLINGEN......114 VIDEO-UITGANG.................116 APPENDIX PROBLEMEN OPLOSSEN ................118...
  • Pagina 9: Benaming Van De Onderdelen

    BENAMING VAN DE ONDERDELEN CAMERA-BODY * Niet aanraken. Functieknop Lampje zelfontspanner Data-scherm Zoeker-venster * Flitssensor * Flitser * Aansluiting netvoeding Objectiefschuif Objectief * Video-uitgang Ontvanger afstandsbediening * - 8 -...
  • Pagina 10 BENAMING VAN DE ONDERDELEN Toets digitale vergroting Zoeker * Toets belichtingscorrectie/beveiliging Toets flitsfuncties/wissen Ontspanknop Oogje draagkoord USB/serieel aansluitpunt * MENU-toets toets LCD-scherm * Toets Display/ENTER toets - 9 -...
  • Pagina 11: Benaming Van De Onderdelen - Vervolg

    BENAMING VAN DE ONDERDELEN – VERVOLG ONDERZIJDE BODY Deurtje batterij-/kaartruimte Statiefaansluiting ZOEKER Scherpstelkader Scherpstel-lampje (groen) Brandt: scherpstelling in orde Knippert snel: te laag contrast of onderwerp te dichtbij Knippert traag: beeld wordt naar de compactflash kaart geschreven of beeld wordt vanaf de compact flash kaart Flits-lampje (oranje) geladen...
  • Pagina 12: Data-Scherm

    BENAMING VAN DE ONDERDELEN – VERVOLG DATA-SCHERM Hieronder ziet u alle informatie die het data-scherm kan weergeven. Indicatie belichtingscorrectie Indicatie batterijconditie Indicatie verscherping Indicatie beeldkwaliteit Indicaties flitsfunctie Opnameteller/ waarde belichtingscorrectie Indicatie zelfontspanner (Indicatie voor ontbreken compact flash kaart) Indicatie handinstelling witbalans - 11 -...
  • Pagina 13: Meteen Aan De Slag

    METEEN AAN DE SLAG VOORBEREIDING – Zie blz. 18 – 25 voor gedetailleerde informatie Plaats de batterijen. Plaats de compact flash kaart. OPNAMEN MAKEN – voor gedetailleerde informatie Zie blz. 27 – 35 Zet de functieknop op Maak het objectief vrij door de objectiefschuif in positie zetten.
  • Pagina 14 METEEN AAN DE SLAG Neem uw onderwerp in beeld via de zoeker of het LCD-scherm. • Richt het scherpstelkader op het onderwerp of neem het onderwerp in het midden van het LCD-scherm. Druk de ontspanknop half in. • Het groene scherpstellampje brandt wanneer de scherpstelling in orde is •...
  • Pagina 15: Meteen Aan De Slag - Vervolg

    METEEN AAN DE SLAG – VERVOLG OPNAMEN WEERGEVEN – zie blz. 65 – 70 voor gedetailleerde informatie Zet de functieschakelaar op Zet de objectiefschuif in de positie Druk op de display / ENTER toets en houd hem ca. 1 s ingedrukt. Druk op de of de toets om...
  • Pagina 16: Opnamen Wissen

    METEEN AAN DE SLAG – VERVOLG OPNAMEN WISSEN – Zie blz. 78 – 83 voor gedetailleerde informatie Roep volgens stap 1 tot en met 4 op blz. 14 het gewenste beeld op. Druk op de flitsfunctie/delete toets. • Op het scherm wordt om bevestiging gevraagd.
  • Pagina 17: Voorbereiding

    VOORBEREIDING - 16 -...
  • Pagina 18: Bevestiging Van Het Draagkoord

    BEVESTIGING VAN HET DRAAGKOORD Schuif het smalle deel van het draagkoord door het oogje. Haal het andere eind van het draagkoord door de lus. - 17 -...
  • Pagina 19: Batterijen Plaatsen

    BATTERIJEN PLAATSEN De Minolta Dimâge 2300 gebruikt vier alkaline-batterijen van het type AA. • U kunt ook Ni-Cd of Ni-MH accu’s in formaat AA gebruiken. • Gebruik voor het opladen van Ni-Cd of Ni-MH accu’s een lader die voor het betreffende type geschikt is.
  • Pagina 20 BATTERIJEN PLAATSEN Klap het deurtje omlaag en schuif het iets naar de voorkant van de camera toe. Druk het deurtje tegen de camera aan en schuif het naar de achterzijde van de camera toe totdat het inklikt. - 19 -...
  • Pagina 21: Batterijwaarschuwing

    BATTERIJEN PLAATSEN – VERVOLG Batterijwaarschuwing De camera geeft automatisch de conditie van de batterijen aan. Batterij vol Elke keer dat de camera wordt ingeschakeld ver- schijnt de batterij-indicator kort op het data- scherm. geeft aan dat de batterij vol is. Batterij raakt leeg De batterij begint leegt te raken, maar alle camera-functies werken goed.
  • Pagina 22: Automatische Uitschakeling

    BATTERIJEN PLAATSEN – VERVOLG Automatische uitschakeling Om energie te sparen schakelt de camera zich automatisch uit wanneer hij 3 minuten niet is gebruikt. Om hem in de stand REC (opname) weer te activeren zet u de objectiefschuif op vervolgens weer op Om hem in de stand PLAY (weergave) weer te activeren drukt u de display/Enter toets ongeveer 1 seconde in.
  • Pagina 23: Gebruik Van De Lichtnet-Adapter

    BATTERIJEN PLAATSEN – VERVOLG Gebruik van de lichtnet-adapter (niet meegeleverd) Met de lichtnet-adapter (als accessoire aan te schaffen) kunt u de camera vanaf een stopcontact voeden. Handig wanneer u veel opnamen moet maken, want het lichtnet is een aanzienlijk goedkopere stroombron dan batterijen. Gebruik van de adapter is ook aan te bevelen wanneer de camera met de computer verbonden is.
  • Pagina 24: Compact Flash Kaart

    COMPACT FLASH KAART Voor het opslaan van beeldbestanden gebruikt uw camera compact flash kaartjes. Zet de camera altijd uit wanneer u een compact flash kaart wil plaatsen of verwijderen. De bestanden op de kaart gaan verloren of de kaart zelf kan beschadigd raken wanneer de compact flash kaart bij ingeschakelde camera wordt geplaatst of verwijderd.
  • Pagina 25: Verwijderen Van De Compact Flash Kaart

    COMPACT FLASH KAART – VERVOLG Klap het deurtje van de batterij- /kaartruimte dicht en schuif het iets naar de voorzijde van de camera toe. Druk het vervolgens licht aan en schuif het terug totdat het in gesloten positie inklikt. Verwijderen van compact flash kaart Schakel de camera uit.
  • Pagina 26 COMPACT FLASH KAART – VERVOLG Klap het deurtje van de batterij- /kaartruimte dicht en schuif het iets naar de voorzijde van de camera toe. Druk het vervolgens licht aan en schuif het terug totdat het in gesloten positie inklikt. Denk eraan dat u de batterij-/kaartruimte niet opent of de lichtnet-adapter verwijdert wanneer de camera in gebruik is.
  • Pagina 27: Opnamen Maken

    OPNAMEN MAKEN - 26 -...
  • Pagina 28: Opnemen - Basishandelingen

    OPNEMEN – BASISHANDELINGEN Zet de functieknop op Zet de objectiefschuif op het objectief vrij te maken. • De camera wordt ingeschakeld en in de stand REC (opnemen) gezet. Druk op de toets display / ENTER wanneer u het LCD-scherm wilt inschakelen.
  • Pagina 29: Camera In De Stand Rec Uitschakelen

    OPNEMEN – BASISHANDELINGEN – VERVOLG Druk de ontspanknop half in. • Scherpstelling en belichting worden berekend en vergrendeld. • Het groene scherpstellampje brandt wanneer de scherpstelling in orde is. Herhaal stap 4 en 5 wanneer dit lampje knippert. • Het oranje flitslampje knippert wanneer de flitser zich oplaadt en brandt continu wanneer de flitser geladen is.
  • Pagina 30: Schermweergave Stand Rec (Opnemen) (Lcd-Scherm)

    OPNEMEN – BASISHANDELINGEN – VERVOLG Schermweergave stand REC (opnemen) (LCD-scherm) (Geen melding) : Automatisch flitsen : Invulflitsen REC: : Flitser uit Enkelbeeld : Auto-flitsen/rode-ogen-reductie BURST: Continu-opnamen : Invulflits/rode-ogen-reductie : Macro (flitser uit) TIMER: Zelfontspanner/afstandsbediening Transportfunctie Flitsfunctie X1.4 Live-beeld +1.5 Aantal opnamen Factor belichtingscorrectie van -2,0 tot +2,0, stops;...
  • Pagina 31: Scherpstellen

    SCHERPSTELLEN Deze digitale camera heeft een nauwkeurig werkend high speed autofocus-systeem SCHERPSTELLAMPJE/WAARSCHUWING GEEN SCHERPSTELLING Drukt u de ontspanknop half in, dan meet het autofocus-systeem de afstand tot het onder- werp. Het groene lampje geeft bij half indruk- ken van de ontspanknop informatie over de werking van het autofocus-systeem.
  • Pagina 32: Speciale Scherpstelsituaties

    SCHERPSTELLEN SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES Op sommige onderwerpen of taferelen kan het autofocus-systeem niet scherpstellen. Gebruik de scherpstelvergrendeling om op een ander onderwerp scherp te stellen dat zich op gelijke afstand bevindt. Neem het midden in beeld, druk de ontspanknop half in, richt op het oorspronkelijke onderwerp en druk af. Te donker Te weinig contast Verschillende afstanden binnen het scherpstelka-...
  • Pagina 33: Scherpstelvergrendeling

    SCHERPSTELLEN – VERVOLG SCHERPSTELVERGRENDELING Onderwerpen buiten het scherpstelkader of het midden van het LCD-scherm kun- nen onscherp worden afgebeeld. Gebruik dan de scherpstelvergrendeling. Richt het scherpstelkader op het onderwerp of neem het onderwerp in het midden van het LCD- scherm, druk vervolgens de ontspanknop half in.
  • Pagina 34: Ingebouwde Flitser

    INGEBOUWDE FLITSER Na het inschakelen van de camera is de automatische flitsfunctie actief. U kunt de andere flitsfuncties kiezen met de toets flitsfunctie/wissen en de toetsen. De flitser gaat automatisch af wanneer er te AUTOMATISCH weinig licht is of het onderwerp zich in tegen- FLITSEN licht bevindt.
  • Pagina 35: Flitsbereik

    INGEBOUWDE FLITSER – VERVOLG Flitsbereik Om goed belichte flitsopnamen te krijgen is het belangrijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. ISO – stand Normal 0,6m – 2,2m ISO – stand High 0,6m – 4,4m Zie blz. 62 voor het instellen van de ISO-waarde. FLITSFUNCTIE INSTELLEN Druk in de stand REC op de toets flitsfunctie/wissen.
  • Pagina 36 INGEBOUWDE FLITSER – VERVOLG • Door op de toets te drukken verandert de flitsfunctie in onderstaande volgorde: • Drukt u op de toets , dan verandert de flitsfunctie in omgekeerde volgorde. • Is het LCD-scherm ingeschakeld, dan wordt de ingestelde flitsfunctie daar ook afgebeeld. (zie blz.
  • Pagina 37: Continu-Opnamen (Burst-Functie)

    CONTINU-OPNAMEN (BURST-FUNCTIE) De burst-functie is vergelijkbaar met de continu-instelling van een conventionele came- ra met motortransport. De camera zal opnamen maken zolang de ontspanknop inge- drukt wordt gehouden. Het maximum aantal opnamen dat kan worden opgenomen zie u hieronder: Beeldkwaliteit Maximum aantal opnamen S.FINE (superfijn FINE (fijn)
  • Pagina 38 CONTINU-OPNAMEN (BURST-FUNCTIE) Neem het onderwerp in beeld als aangegeven onder “OPNEMEN – BASISHANDELINGEN”, stap 4 en 5. • Bij de burst-functie is de ingebouwde flitser uitgeschakeld. Druk de ontspanknop geheel in en houd hem ingedrukt. • De camera blijft opnamen maken zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt of totdat het maximum aantal opnamen is bereikt.
  • Pagina 39: Zelfontspanner/Afstandsbediening

    ZELFONTSPANNER/AFSTANDSBEDIENING ZELFONTSPANNER De zelfontspanner vertraagt het moment van de opname met ca. 10 s nadat u de ont- spanknop hebt ingedrukt. Zet de functietoets op Zet de camera op statief, zet de objectiefschuif op om het objectief vrij te maken. •...
  • Pagina 40 ZELFONTSPANNER/AFSTANDSBEDIENING Druk de ontspanknop geheel in om de zelfontspanner te starten. • Het zelfontspanner-lampje voorop de camera gaat snel knipperen. •Druk de ontspanknop niet in terwijl u voor de camera staat. •Maakt u de opname met het onderwerp buiten het scherpstelkader, gebruik dan de scherpstelvergrendeling.
  • Pagina 41: Afstandsbediening

    ZELFONTSPANNER/AFSTANDSBEDIENING AFSTANDSBEDIENING (NIET MEEGELEVERD) Met de infrarood afstandsbediening RC-3 (als extra verkrijgbaar) kunt de camera op afstand ontspannen (maximaal 5 m afstand). Zet de functieknop op Zet de camera op statief, zet de objectiefschuif vervolgens op om het objectief vrij te maken. •...
  • Pagina 42 ZELFONTSPANNER/AFSTANDSBEDIENING – VERVOLG Zorg voor de juiste positionering van onderwerp en camera en richt de camera. Richt het zend-venster naar het Zend-venster ontvangstvenster op de voorzijde van de camera. 2-seconden- knop Ontspanknop Druk op de ontspanknop of op de 2-seconden-knop. •...
  • Pagina 43: Digitale Vergroting (Opnamestand)

    DIGITALE VERGROTING [OPNAMESTAND] Met de digitale vergroting vergroot u het opgenomen beeld en het live-beeld op het LCD-scherm met een factor van maximaal twee. Druk in de stand REC op de toets voor digitale vergroting. • Wanneer de toets voor digitale vergroting wordt ingedrukt zal het LCD-scherm automatisch worden geactiveerd.
  • Pagina 44 DIGITALE VERGROTING (OPNAMESTAND) Druk op de toets voor digitale vergroting. • Wilt u de vergroting veranderen, volg dan de stappen 2 en 3. • Het beeld in de zoeker wordt niet aangepast. Gebruik voor beeldbeoordeling en compositiebepaling het LCD-scherm. X 2.0 LCD scherm (Live-beeld) Druk de ontspanknop geheel in...
  • Pagina 45: Macro

    MACRO Met de macro-functie kunt het beeld vullen met onderwerpen ter grootte van een visite- kaartje of groter. De kleinste opname-afstand in de macrostand is 0,3 m. Druk in stand REC op de toets flitsfunctie/wissen. • De momenteel ingestelde flitsfunctie wordt op het data-scherm weergegeven.
  • Pagina 46 MACRO Maak de beeldcompositie via het LCD-scherm. • Plaats de camera voor optimale resultaten op een stabiele ondergrond of gebruik een statief. Druk de ontspanknop half in. • Knippert het groene scherpstellampje, controleer dan of het onderwerp zich binnen het macro-bereik bevindt. Het macrobereik loopt van 0,6 tot 0,3 m.
  • Pagina 47: Belichtingscorrectie

    BELICHTINGSCORRECTIE Met de belichtingscorrectie kunt de opname lichter of donkerder maken. U kunt de belichting van +2 tot -2 lichtwaarden corrigeren, in stappen van 1/2 lichtwaarde. Druk op de toets voor belichtingscorrectie/ beveiliging. • De momenteel ingestelde correctiewaarde verschijnt op het data-scherm. •...
  • Pagina 48 BELICHTINGSCORRECTIE Druk op de toets belichtingscorrectie/beveiliging of druk de ontspanknop half in. • blijft op het scherm te zien, als herinnering dat er een belichtingscorrectie is ingesteld. Neem het onderwerp in beeld en druk de ontspanknop geheel in om de opname te maken. •...
  • Pagina 49 OPNAME-MENU’S - 48 -...
  • Pagina 50: Opname-Menu's (Lcd-Scherm)

    OPNAME-MENU’S Met de menu’s voor de opnamefunctie kunt u de basisinstellingen voor het maken van opnamen veranderen, zoals de beeldkwaliteit en de beeldgrootte. OPNAME-MENU’S (LCD-scherm) ONDERWERPEN EN INSTELLINGEN OPNAME-MENU KWALITEIT S.FINE (superfijn) FINE (fijn) STD. (standaard) ECON. (economy) BEELDGROOTTE FULL HALF WITBALANS AUTO...
  • Pagina 51: De Opname-Menu's Oproepen

    OPNAME-MENU’S DE OPNAME-MENU’S OPROEPEN Zet de functieknop op Zet de objectiefschuif op het objectief vrij te maken. • De camera wordt ingeschakeld en ingesteld op de stand REC (opnemen). • Druk op de toets display/ENTER om het LCD-scherm in te schakelen. Druk op toets MENU.
  • Pagina 52: Beeldkwaliteit Instellen

    BEELDKWALITEIT INSTELLEN Stel voordat u opnamen gaat maken de beeldkwaliteit in. Deze digitale camera heeft vier kwaliteitsinstellingen: superfijn (S.FINE), fijn (FINE), standaard (STD.) en economy (ECON.). De beeldkwaliteit is afhankelijk van de compressieverhouding. De compressieverhou- ding gaat omhoog en de beeldkwaliteit omlaag in de volgorde: superfijn fijn standaard economy.
  • Pagina 53 BEELDKWALITEIT INSTELLEN Druk op de toets display/ENTER. • De huidige instelling wordt gemarkeerd. Druk op om de gewenste kwaliteit te selecteren. • De beeldkwaliteit verandert als volgt: S.FINE FINE STD. ECON. Druk op de toets display/ENTER. • De beeldkwaliteit die u in de vorige stap hebt gekozen wordt nu ingesteld.
  • Pagina 54 BEELDKWALITEIT INSTELLEN U kunt per opname de gewenste beeldkwaliteit bepalen. Op een compact flash kaart kunt u verschillende kwaliteitsinstellingen gebruiken. De gekozen kwaliteitsinstelling wordt na uitschakeling van de camera gehandhaafd. Verandering van de kwaliteitsinstelling verandert het aantal opnamen dat u op de resterende ruimte van de compact flash kaart kunt opnemen.
  • Pagina 55: Beeldformaat Instellen

    BEELDFORMAAT INSTELLEN Kies het beeldformaat voordat u gaat opnemen. Het gekozen beeldformaat is mede bepalend voor het aantal opnamen dat u op een compact flash kaart kunt opslaan. Er zijn twee standen: FULL en HALF. Beeldformaat Opgenomen aantal pixels (B x H) FULL 1792 x 1200 HALF...
  • Pagina 56 BEELDFORMAAT INSTELLEN Druk op om het gewenste beeldformaat te kiezen. • Het beeldformaat verandert als volgt: FULL HALF Druk op de toets display/ENTER. •Het beeldformaat dat u in de vorige stap hebt gemarkeerd wordt ingesteld. • Het ingestelde beeldformaat verschijnt ook op het data-scherm.
  • Pagina 57: Bestandsgrootte

    BESTANDSGROOTTE De grootte van het beeldbestand wordt bepaald door de ingestelde beeldkwaliteit en het beeldformaat. Er zijn vier kwaliteitsinstellingen (compressieverhoudingen): superfijn (1:1), fijn (1:5), standaard (1:13) en economy (1:26). Zie blz. 51. Er zijn twee instellingen voor het beeldformaat: FULL (1792 x 1200 pixels) en HALF (800 x 600 pixels).
  • Pagina 58: Kaart-Capaciteit

    KAART-CAPACITEIT het aantal opnamen dat op een compact flash kaart kan worden opgeslagen wordt bepaald door de capaciteit van de kaart (bijvoorbeeld 8 MB, 16 MB, 32 MB of 64 MB) en de grootte van de beeldbestanden. De definitieve bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
  • Pagina 59: Witbalans Instellen

    WITBALANS INSTELLEN Met de witbalans zorgt de camera ervoor dat het beeld onder uiteenlopende soorten licht neutraal van kleur blijft. Het effect is te vergelijken met de keuze voor daglicht- of kunstlichtfilm. De standaard witbalans-instelling is AUTO. AUTO: De camera herkent de aard van het licht en stemt de witbalans daarop af.
  • Pagina 60 WITBALANS INSTELLEN Druk op om de gewenste witbalans te selecteren. • De witbalans verandert als volgt: AUTO (Daglicht) (Fluorescentie) (Kunstlicht) Druk op de toets display/ENTER. • De witbalans die u in de vorige stap hebt geselecteerd wordt ingesteld. • Wanneer u daglicht, fluorescentielicht of kunstlicht kiest verschijnt de aanduiding voor handmatige witbalans (MWB) op het data- scherm.
  • Pagina 61: Verscherping Instellen

    VERSCHERPING INSTELLEN Er zijn drie instellingen voor verscherping: HARD, NORMAL en SOFT. HARD: het beeld wordt extra verscherpt. NORMAL: er wordt geen extra verscherping toegepast. SOFT: er ontstaat een soft focus effect, het beeld wordt zachter. Kleine details worden diffuus gemaakt. Druk in de stand REC op de toets MENU.
  • Pagina 62 VERSCHERPING INSTELLEN Druk op om de gewenste verscherping te selecteren. •De verscherping verandert als volgt: HARD NORMAL SOFT Druk op de toets display/ENTER. • De verscherping die u in de vorige stap hebt geselecteerd wordt ingesteld. • Wanneer u HARD of SOFT kiest verschijnt de aanduiding SHARP op het data-scherm.
  • Pagina 63: Iso-Waarde Veranderen

    ISO-WAARDE VERANDEREN De CCD van deze camera heeft van fabriekswege een gevoeligheid die equivalent is aan ISO 85. U kunt deze waarde verhogen tot ISO 340, waardoor u betere mogelijkheden krijgt om bij weinig licht te fotograferen. Gebruik van deze instelling leidt wel tot een verhoging van de beeld-ruis.
  • Pagina 64 ISO-WAARDE VERANDEREN Druk op om de gewenste ISO-waarde te selecteren. • De ISO-waarde verandert als volgt: HIGH NORMAL Druk op de toets display/ENTER. • De ISO-waarde die u in de vorige stap hebt gemarkeerd wordt ingesteld. • Druk op de toets MENU om de opname- menu’s te laten verdwijnen en het live-beeld weer op het LCD-scherm te krijgen.
  • Pagina 65: Opnamen Weergeven (Play)

    OPNAMEN WEERGEVEN (PLAY) - 64 -...
  • Pagina 66: Weergavescherm

    WEERGAVESCHERM Weergavescherm (LCD-scherm) – Enkelbeeld Aanduiding Play-stand Digitale vergroting X1.0/X2.0/X3.0 PLAY X3.0 Beveiligingssymbool 13 / 25 Opnamenummer/totaal aantal gemaakte opnamen Weergavescherm (LCD-scherm) – Index Opnamenummer - 65 -...
  • Pagina 67: Enkelbeeld-Weergave

    ENKELBEELD-WEERGAVE Zet de functieknop op Zet de objectiefschuif op , druk op de toets display / ENTER en houd hem ca. 1 seconde ingedrukt. • Na een korte wachttijd wordt het laatst opgenomen beeld op het LCD-scherm vertoond. Druk op om andere opnamen te vertonen.
  • Pagina 68: Index-Weergave

    INDEX-WEERGAVE Zet in de weergavestand de functieknop op • Het LCD-scherm gaat van enkelbeeld- weergave over op index-weergave, met een index van negen beeldjes. • Er verschijnt een witte rand rond het beeld dat werd vertoond voordat er op werd overgeschakeld.
  • Pagina 69: Camera Uitschakelen In De Stand Play

    INDEX-WEERGAVE- VERVOLG Zet de functieknop op • Het LCD-scherm schakelt over van index- weergave op enkelbeeld-weergave • Het index-beeld dat met een wit kader was omgeven vult nu het LCD-scherm. PLAY X1.0 15 / 25 Camera uitschakelen in de stand Play Druk op de toets display / ENTER.
  • Pagina 70: Digitale Vergroting [Weergavestand]

    DIGITALE VERGROTING (WEERGAVESTAND) Met de digitale vergroting kunt u een deel van het beeld vergroten, met een vergro- tingsfactor van maximaal 3x. Druk in de stand enkelbeeld- weergave op de toets voor digitale vergroting. •De huidige vergrotingsinstelling verschijnt rechts boven in het LCD-scherm (zie blz. 65). PLAY X 1.0 weergegeven beeld...
  • Pagina 71: Digitale Vergroting (Weergave) - Vervolg

    DIGITALE VERGROTING (WEERGAVE) – VERVOLG Druk op de toets voor digitale vergroting. • Wilt u de vergroting veranderen, herhaal dan de stappen 2 en 3. •Is de camera uitgeschakeld geweest, dan staat de digitale vergroting gewoon weer op X1.0. PLAY X 3.0 weergegeven beeld 5/27...
  • Pagina 72: Automatisch Weergeven (Dia-Show)

    AUTOMATISCH WEERGEVEN (DIA-SHOW) U kunt de opname afspelen als een automatische diashow. Scherm automatische weergave (LCD-scherm) 4 / 25 Nummer weergegeven beeld/ totaal aantal gemaakte opnamen Zet in de stand PLAY de functietoets op Druk op de toets MENU. • De Auto-Play (dia-show) menu’s verschijnen. Vervolg op volgende blz.
  • Pagina 73: Automatisch Weergeven - Vervolg

    AUTOMATISCH WEERGEVEN – VERVOLG Druk op om “START” te selecteren. Druk op de toets display/ENTER. • De automatische weergave begint overeenkomstig de instellingen INTERVAL en DIRECTION (richting) in de Auto-Play menu’s. - 72 -...
  • Pagina 74: Automatische Weergave Stoppen

    AUTOMATISCH WEERGEVEN – VERVOLG Automatische weergave stoppen Druk tijdens het automatisch weergeven op de toets MENU. • De Auto-Play menu’s verschijnen. Druk op om “EXIT” te selecteren. Druk op de toets display/ENTER. • De automatische weergave stopt. U kunt de automatische weergave ook stoppen door de functieknop op PC of SETUP te zetten.
  • Pagina 75: De Instellingen Voor Automatische Weergave Wijzigen

    AUTOMATISCH WEERGEVEN – VERVOLG De instellingen voor automatische weergave wijzigen Controleer of de functieknop op staat, druk vervolgens op de toets MENU. • De Auto-Play menu’s verschijnen. Druk op om “INTERVAL” te selecteren. Druk op de toets display/ENTER. • De huidige interval-instelling wordt getoond. Druk op om de gewenste intervaltijd te selecteren.
  • Pagina 76 AUTOMATISCH WEERGEVEN – VERVOLG Druk op de toets display/ENTER. • De in de vorige stap geselecteerde interval- tijd wordt ingesteld. Druk op “DIRECTION” (richting) te selecteren. Druk op de toets display/ENTER. • De huidige richtingsinstelling wordt getoond. Druk op button om de gewenste richting te selecteren.
  • Pagina 77 AUTOMATISCH WEERGEVEN – VERVOLG Druk op de toets display/ENTER. • De in de vorige stap geselecteerde richting wordt ingesteld. - 76 -...
  • Pagina 78: Opnamen Wissen (Play-Stand)

    OPNAMEN WISSEN (PLAY-STAND) - 77 -...
  • Pagina 79: Een Enkele Opname Wissen

    EEN ENKELE OPNAME WISSEN Wissen van een enkele, niet beveiligde opname van de compact flash kaart in de camera. U kunt het wissen van een opname niet ongedaan maken, dus wees op uw hoede wanneer u opnamen wist. U kunt belangrijke opnamen tegen onbedoeld wissen beschermen (zie blz. 81). Zet de functie-toets op Zet de objectiefschuif op , druk...
  • Pagina 80 EEN ENKELE OPNAME WISSEN Druk op totdat de gewenste opname op het LCD- scherm verschijnt. • Met gaat u voorwaarts, met gaat u naar het voorgaande beeld. Druk op de toets flitsfunctie/wissen. • Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op om “YES” te selecteren.
  • Pagina 81: Een Enkele Opname Wissen - Vervolg

    EEN ENKELE OPNAME WISSEN – VERVOLG Druk op om “NO” te selecteren, druk daarna op de toets display / ENTER. • Het LCD-scherm keert terug naar het weergavescherm. Herhaal stap tot en met wanneer u nog meer opnamen wilt wissen. Wilt u alle opnamen wissen behalve de beveiligde opnamen, kies dan “DELETE ALL”...
  • Pagina 82: Opnamen Beveiligen (Lock-Functie)

    OPNAMEN BEVEILIGEN (LOCK-FUNCTIE) U kunt belangrijke opnamen beveiligen, om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. Beveiligde opnamen kunnen met de wis-functie niet van de compact flash kaart in de camera worden verwijderd. Attentie: beveiligde opnamen worden wél gewist wanneer u de FORMAT-functie (zie blz.
  • Pagina 83: Opnamen Beveiligen - Vervolg

    OPNAMEN BEVEILIGEN – VERVOLG Druk op totdat de gewenste opname op het LCD- scherm wordt weergegeven. • Met gaat u voorwaarts, met gaat u naar de voorgaande opname. Druk op de toets belichtings- correctie/beveiliging. • Het beveiligingssymbool verschijnt op het LCD-scherm om aan te geven dat de opname is beveiligd.
  • Pagina 84: Beveiliging Van Opnamen Opheffen

    OPNAMEN BEVEILIGEN – VERVOLG BEVEILIGING VAN OPNAMEN OPHEFFEN Roep het beeld op waarvan u de beveiliging wilt opheffen, met stap tot en met van blz 81 – Druk op de toets belichtings- correctie/beveiliging. • Hiermee wordt de beveiliging voor het weergegeven beeld opgeheven.
  • Pagina 85: Play-Menu's

    PLAY-MENU’S - 84 -...
  • Pagina 86: Play-Menu's (Lcd-Scherm)

    PLAY-MENU’S Met de Play-menu’s kunt alle opnamen beveiligen of de beveiliging ervan opheffen, alle opnamen wissen en de afdruk-opdrachten invoeren (DPOF). PLAY-MENU’S (LCD-SCHERM) PLAY-MENU’S EN HUN INSTELLINGEN DELETE ALL (Alle opnamen wissen) LOCK ALL (Alle opnamen beveiligen) UNLOCK ALL (Beveiliging opheffen) SET ORDER PRINT...
  • Pagina 87: Alle Opnamen Wissen

    ALLE OPNAMEN WISSEN Alle opnamen van de compact flash kaart in de camera wissen. U kunt het wissen van een opname niet ongedaan maken, dus wees op uw hoede wanneer u opnamen wist. U kunt belangrijke opnamen tegen onbedoeld wissen beschermen (zie blz. 81). Zet in de stand Play de functietoets op Druk op de toets MENU.
  • Pagina 88 ALLE OPNAMEN WISSEN Druk de toets display/ENTER. • Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op om “YES” te selecteren. • Wilt u deze handeling stoppen, selecteer dan “NO”. Druk op de toets display/ENTER. • Het LCD-scherm keert na het wissen terug naar de Play-menu’s.
  • Pagina 89: Alle Opnamen Beveiligen

    ALLE OPNAME BEVEILIGEN Met deze functie beveiligt u alle opgenomen beelden. Opnamen die zijn beveiligd kun- nen niet per ongeluk worden gewist, of het nu gaat om wissen per opname of wissen van alle opnamen tegelijk. Attentie: beveiligde opnamen worden wél gewist wanneer u de FORMAT-functie (zie blz.
  • Pagina 90 ALLE OPNAMEN BEVEILIGEN Druk op de toets display/ENTER. • Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op om “YES” te selecteren. • Wilt u deze handeling stoppen, selecteer dan “NO”. Druk op de toets display/ENTER. • Na het beveiligen van de opnamen keert het LCD-scherm terug naar de Play-menu’s.
  • Pagina 91: De Beveiliging Van Alle Opnamen Opheffen

    DE BEVEILIGING VAN ALLE OPNAMEN OPHEFFEN Deze functie heft de beveiliging van alle opnamen op. Zet in de stand Play de functietoets op Druk op de toets MENU. • De Play-menu’s verschijnen. Druk op om “UNLOCK ALL” te selecteren. - 90 -...
  • Pagina 92 DE BEVEILIGING VAN ALLE OPNAMEN OPHEFFEN Druk op de toets display/ENTER. • Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op om “YES” te selecteren. • Wilt u deze handeling stoppen, selecteer dan “NO”. Druk op de toets display/ENTER. • Na het opheffen van de beveiliging van de opnamen keert het LCD-scherm terug naar de Play-menu’s.
  • Pagina 93: Afdruk-Opdrachten Invoeren (Dpof™)

    AFDRUK-OPDRACHTEN INVOEREN (DPOF™) Deze camera ondersteunt het DPOF™ systeem, waarmee u kunt opgeven welke opnamen moeten worden afgedrukt en hoe dat moet gebeuren. DPOF (Digital Print Order Format) is een gezamenlijke ontwikke- ling van Eastman Kodak Company, Canon Inc. Fuji Photo Film Co. Ltd.
  • Pagina 94 AFDRUK-OPDRACHTEN INVOEREN (DPOF) Druk op om “PRINT” te selecteren. Druk op de toets display/ENTER. Druk op om het afdruk- type te selecteren. • Het afdruk-type verandert als volgt: INDEX STD (standaard): geeft normale afdrukken van de geselecteerde opnamen. INDEX: geeft verkleinde beeldjes van de geselecteerde opnamen, net als de indexprint van APS (Advanced Photo System).
  • Pagina 95: Afdruk-Opdrachten Invoeren - Vervolg

    AFDRUK-OPDRACHTEN INVOEREN – VERVOLG DE AF TE DRUKKEN OPNAMEN SELECTEREN Kies het afdruk-type als in stap tot en met op blz. 92 – Druk op de toets display/ENTER. • Het menu Print order verschijnt. Druk op button om “SET ORDER” te selecteren en druk op de toets display/ENTER.
  • Pagina 96 AFDRUK-OPDRACHTEN INVOEREN – VERVOLG Druk op om het aanwijsbalkje onder het te printen beeld te plaatsen, druk dan op de toets display/ENTER. • Er verschijnt een kader rond de geselecteerde opname. • Druk opnieuw op de toets display/ENTER wanneer u de selectie wilt opheffen. Herhaal stap totdat u al de af te drukken opnamen hebt...
  • Pagina 97: Alle Opnamen Afdrukken

    AFDRUK-OPDRACHTEN INVOEREN – VERVOLG ALLE OPNAMEN AFDRUKKEN Kies het afdruktype als in stap tot en met op blz. 92 – Druk op de toets display/ENTER. • Het menu Print order verschijnt. Druk op om “PRINT ALL” te selecteren. - 96 -...
  • Pagina 98 AFDRUKGEGEVENS INVOEREN – VERVOLG Druk op de toets display/ENTER. • Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op om “YES” te selecteren en druk op de toets display/ENTER. • De print-opdracht wordt bevestigd en het LCD-scherm keert terug naar het afdruk- menu. •...
  • Pagina 99: Afdruk-Opdrachten Opheffen

    AFDRUK-OPDRACHTEN INVOEREN – VERVOLG AFDRUK-OPDRACHTEN OPHEFFEN Kies het afdruktype als in stap tot en met op blz. 92 – Druk op de toets display/ENTER. • Het menu Print order verschijnt. Druk op om “CANCEL ALL” te selecteren. - 98 -...
  • Pagina 100 AFDRUK-OPDRACHTEN INVOEREN – VERVOLG Druk op de toets display/ENTER. • Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op om “YES” te selecteren en druk op de toets display/ENTER. • Het opheffen van de print-opdracht wordt bevestigd en het LCD-scherm keert terug naar het afdruk-menu. •...
  • Pagina 101: Setup-Stand

    SETUP-STAND - 100 -...
  • Pagina 102: Setup-Menu's

    SETUP-MENU’S Met de SETUP-menu’s kunt u een compact flash kaart formatteren, de helderheid van het LCD-scherm, de tijd voor automatische uitschakeling en datum en tijd instellen. SETUP-MENU (LCD-SCHERM) SETUP-FUNCTIES EN HUN INSTELLINGEN LCD BRIGHT BRIGHT (Helderheid LCD NORMAL scherm) DARK FORMAT (Formatteren) POWER SAVE...
  • Pagina 103: De Setup-Menu's Oproepen

    SETUP-MENU’S – VERVOLG De Setup-menu’s oproepen Zet de functieknop op SETUP. Zet de objectiefschuif op het objectief vrij te maken, of zet de objectiefschuif op druk de toets display / ENTER ca. 1 seconde in. • De Setup-menu’s verschijnen. - 102 -...
  • Pagina 104: De Helderheid Van Het Lcd-Scherm Instellen

    DE HELDERHEID VAN HET LCD-SCHERM INSTELLEN Stel de helderheid van het LCD-scherm in. De instelling geldt voor opname en weergave. Zet de functieknop op SETUP. Zet de objectiefschuif op het objectief vrij te maken, of zet de objectiefschuif op druk de toets display / ENTER ca. 1 seconde in.
  • Pagina 105 DE HELDERHEID VAN HET LCD-SCHERM INSTELLEN Druk op om de gewenste helderheid te selecteren. • De helderheid verandert als volgt BRIGHT NORMAL DARK Druk op toets display/ENTER. • De helderheid van het LCD-scherm die u in de vorige stap hebt geselecteerd wordt ingesteld.
  • Pagina 106: Een Compact Flash Kaart Formatteren

    EEN COMPACT FLASH KAART FORMATTEREN Door een compact flash kaart te formatteren worden alle bestanden van de kaart ver- wijderd, ook de beveiligde. De meegeleverde compact flash kaart is al geformatteerd. Compact flash kaarten die u zelf aanschaft moeten mogelijk nog worden geformatteerd. Formatteren wist alle bestanden, ook de beveiligde.
  • Pagina 107 EEN COMPACT FLASH KAART FORMATTEREN Druk op de toets display/ENTER. • Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk op om “YES” te selecteren. • Om deze handeling te stoppen kiest u “NO”. Druk op de toets display/ENTER. • Na het formatteren keert het LCD-scherm terug naar de Setup-menu’s.
  • Pagina 108: De Automatische Uitschakeling Instellen

    DE AUTOMATISCHE UITSCHAKELING INSTELLEN Met deze functie stelt u in na hoeveel tijd de camera zichzelf uitschakelt. Wanneer de camera gedurende de door u ingestelde tijd niet is gebruikt (er zijn geen toetsen ingedrukt) schakelt hij zich automatisch uit. Zet de functieknop op SETUP. Zet de objectiefschuif op het objectief vrij te maken, of zet de objectiefschuif op...
  • Pagina 109 DE AUTOMATISCHE UITSCHAKELING INSTELLEN Druk op om de gewenste tijd te selecteren. • De tijd voor automatische uitschakeling verandert als volgt: 30MIN (30 minuten) 10MIN (10 minuten) 5MIN (5 minuten) 3MIN (3 minuten) Druk op de toets display/ENTER. • De door u gekozen tijd voor automatische uitschakeling wordt ingesteld.
  • Pagina 110: Datum En Tijd Instellen

    DATUM EN TIJD INSTELLEN Deze camera registreert de datum en tijd van elke opname. Zet de functieknop op SETUP. Zet de objectiefschuif op het objectief vrij te maken of zet de objectiefschuif op druk de toets display / ENTER ca. 1 seconde in.
  • Pagina 111: Datum En Tijd Instellen - Vervolg

    DATUM EN TIJD INSTELLEN – VERVOLG <Schermweergave datum/tijd> Druk op om de datum/tijdweergave te kiezen. • De weergave (voor jaar, maand en dag) verandert als volgt: YYYY/MM/DD (jaar – maand – dag) MM/DD/YYYY (maand – dag – jaar) DD/MM/YYYY (dag – maand – jaar) •...
  • Pagina 112 DATUM EN TIJD INSTELLEN – VERVOLG Druk zo vaak als nodig is op de display/ENTER om de in te stellen waarde te markeren. • Druk steeds op de toets display/ENTER om de markering te verplaatsen naar jaar maand minuut. Druk op om de waarde te veranderen.
  • Pagina 113 DATUM EN TIJD INSTELLEN – VERVOLG Druk na het instellen van de waarde voor de minuten op de toets display/ENTER. • De ingebouwde klok treedt in werking en het LCD-scherm keert terug naar de Setup- menu’s. - 112 -...
  • Pagina 114 DATUM EN TIJD INSTELLEN – VERVOLG Hoeft DATE (jaar, maand, dag en hun volgorde) niet te worden veranderd, selecteer dan “TIME” in stap 3 en druk op de toets display/ENTER. De waarde voor “Hour” (uur) wordt gemarkeerd. Ga nu verder bij stap 8. - 113 -...
  • Pagina 115: Terug Naar De Standaard-Instellingen

    TERUG NAAR DE STANDAARD-INSTELLINGEN Met deze functie stelt u onderstaande standaardinstellingen allemaal in één keer in. Standaardinstelling Beeldkwaliteit (blz. 51) STD. (standaard) Beeldformaat (blz. 54) FULL Witbalans (blz. 58) AUTO Verscherping (blz. 60) NORMAL ISO (blz. 62) NORMAL INTERVAL (Automatisch weergeven, blz. 74) 3 seconden RICHTING (Automatisch weergeven, blz.
  • Pagina 116 TERUG NAAR DE STANDAARD-INSTELLINGEN Zet de functieknop op SETUP. Zet de objectiefschuif op het objectief vrij te maken, of zet de objectiefschuif op druk de toets display / ENTER ca. 1 seconde in. • De Setup-menu’s verschijnen. Druk op om “DEFAULT” te selecteren.
  • Pagina 117: Video-Uitgang

    VIDEO-UITGANG U kunt de op de compact flash kaart opgeslagen beelden op televisie bekijken. De camera heeft een video-uitgang, waarmee u de aansluiting met de televisie kunt realiseren. Schakel de televisie en de camera uit. Steek de mini-plug van de videokabel in de video-uitgang van de camera.
  • Pagina 118: Appendix

    APPENDIX - 117 -...
  • Pagina 119: Problemen Oplossen

    PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Oorzaak Oplossing Zet de objectiefschuif op De camera maakt geen De camera is opnamen. uitgeschakeld. Staat de camera in de stand Play, druk dan op de toets display/ENTER om de weergavestand te De camera staat niet in de verlaten.
  • Pagina 120 PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Oorzaak Oplossing Er verschijnt geen beeld op De camera is niet het LCD-scherm. ingeschakeld. Zet de objectiefschuif op , druk op de toets display/ENTER en houd hem ca. 1 seconde ingedrukt. De camera is niet ingesteld op afspelen. Vervang de vier batterijen De batterijen zijn leeg.
  • Pagina 121 PROBLEMEN OPLOSSEN – VERVOLG Probleem Oorzaak Oplossing Neem het flitsbereik van de Flitsopnamen worden te Het onderwerp ligt buiten camera in acht, donker. het flitsbereik. zie blz. 34. Is de flitser zich nog aan het opladen, dan knippert het flitslampje, wanneer de De flitser was niet geladen.
  • Pagina 122 PROBLEMEN OPLOSSEN – VERVOLG Probleem Oorzaak Oplossing Verwijder de batterijen uit de camera, plaats ze opnieuw en schakel de camera vervolgens weer in. Begon de camera slecht te functioneren terwijl hij via de lichtnet- adapter werd gevoed, ontkoppel de camera dan van de lichtnet-adapter en sluit hem opnieuw aan.
  • Pagina 123: Opslag En Onderhoud

    • Knippert het LCD-scherm continu of werkt het helemaal niet meer, dan moet het worden vervangen. Breng of stuur de camera naar de Technische Dienst van Minolta. Het adres staat op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
  • Pagina 124 OPSLAG EN ONDERHOUD Compact flash kaarten: veiligheid en gebruik • Lees de instructies die bij de compact flash kaart zijn gevoegd en volg ze op. • Onderstaande oorzaken kunnen leiden tot verlies of beschadiging van informatie: - Onjuist gebruik van de kaart. - Statische ontlading in de nabijheid van de kaart of electrische ruis.
  • Pagina 125: Opslag En Onderhoud - Vervolg

    • Controleer de werking van de camera eerst voordat u een belangrijke gebeurtenis gaat fotograferen. • Minolta is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat uit een defect aan de apparatuur. Vragen en service • hebt u vragen over uw camera, wendt u dan tot uw handelaar of leg het probleem schriftelijk voor aan Minolta.
  • Pagina 126: Technische Gegevens

    TECHNISCHE GEGEVENS Camera-type Digitale camera met objectief met vaste brandpuntsafstand, verwisselbare opslagme- dia, LCD-scherm en ingebouwde flitser. 1/1,75 inch inter line CCD Totaal aantal pixels: ca. 2.300.000 pixels Aantal effectieve pixels: ca. 2.190.000 pixels Optisch gedeelte Brandpuntsafstand objectief: 8,2 mm (vergelijkbaar met 38 mm bij kleinbeeld) Diafragma: f/3,0 tot f/11 (4 stappen) Constructie: 5 elementen in 2 groepen, 4 asferische lensoppervlakken Scherpstelbereik: 0,6 m tot oneindig (macro-stand: 0,3 m tot 0,6 m)
  • Pagina 127: Technische Gegevens - Vervolg

    TECHNISCHE GEGEVENS – VERVOLG Belichtingsregeling Automatische belichtingsregeling met programma-automatiek Meting: integraalmeting met nadruk op het centrum via CCD Meetbereik: LW 5 – 16 Sluitertijden: 1/500. – 2 s, mechanische sluiter Belichtingscorrectie: van +2 tot -2 Lw, in stappen van 1/2 Lichtwaarde ISO-gevoeligheid: equivalent met ca ISO 85/ISO 340 Ingebouwde flitser Richtgetal: 6,8 (ISO 100)
  • Pagina 128 TECHNISCHE GEGEVENS – VERVOLG Interface USB (Universal Serial Bus) Video-uitgang: NTSC of PAL composiet video-signaal Stroombron Voeding: 4 x AA-formaat alkaline-batterijen (Ni-Cd of Ni-MH accu’s op AA-formaat kun- nen ook worden gebruikt). Externe voeding: via lichtnet-adapter (camera is uitgerust met DC-voedingsaansluiting) Gebruikstemperatuur en vochtigheidsbereik 0 tot 40°C, 85% maximum (niet condenserend) Afmetingen (B x H x D)
  • Pagina 129 MEMO - 128 -...
  • Pagina 130 MEMO - 129 -...
  • Pagina 131 Minolta Finland Branch Fax: 56 10 217 Niittykatu 6, PL 37 SF-02201 Espoo, Finland http://www.minolta.com Tel: 435 565 0 Fax: 435 565 56 http://www.minolta.fi 9222-2769-11 (LP) P-A001 © 2000 Minolta Co., Ltd. under the Berne Convention and Universal Copyright Convention...

Inhoudsopgave