Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA111/112/122, Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6 Storingen zoeken
6.9 Vervangen van de krachtopnemers
6-10
1.
Lees, voordat u begint met de werkzaamheden, de veiligheidsinstructies in
Inleiding.
2.
Voor krachtopnemers uitgerust met een verlengkabel en stekker:
Verbreek de verbinding tussen de krachtopnemer en bescherm de aansluitkabel tegen
vuil en beschadigingen.
Voor krachtopnemers uitgerust met een vaste kabel:
Verbreek de verbinding tussen de krachtopnemer en de elektronische
baanspanningsbesturingseenheid of de signaalverdeler en bescherm het uiteinde van
de kabel tegen vuil en beschadigingen.
3.
Maak de oude krachtopnemer schoon voordat u deze losmaakt en verwijdert.
4.
Maak de oude krachtopnemer los en verwijder deze.
5.
Maak de adapterplaten van de oude krachtopnemer los en verwijder deze.
6.
Maak de ondersteunende constructie, adapterplaten en andere montagevlakken schoon.
7.
Kijk voor voor meer informatie en instructies voor het monteren van een nieuwe
krachtopnemer in:
–
Bijlage B PFCL 301E - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
–
Bijlage C PFTL 301E - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
–
Bijlage D PFRL 101 - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
–
Bijlage E PFTL 101 - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
–
Bijlage F PFCL 201 - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
–
Bijlage G PFTL 201 - Ontwerp van de krachtopnemerinstallatie
8.
Stel het nulpunt af, zie hiervoor
Paragraaf 3.12.4 Zero
Set.
Hoofdstuk 1
3BSE029380R0229 Rev B