Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA111/112/122, Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 6 Storingen zoeken
6.6 Foutmeldingen en waarschuwingen van de besturingseenheid
PFEA111/112/122
6.6.1 Foutmeldingen
6.6.2 Waarschuwingen
6-4
Een FOUT is een situatie die tot gevolg heeft dat de elektronica onjuist werkt.
Een WAARSCHUWING is een situatie die de nauwkeurigheid van de meting nadelig kan
beïnvloeden.
Als een waarschuwing of een foutmelding ontstaat, wordt een foutmelding op het scherm
getoond en licht het „Status"-lampje rood op (i.p.v. groen).
Als u op
drukt, verdwijnt de melding van het scherm.
Als het probleem dat de waarschuwing of foutmelding tot gevolg heeft verdwijnt, wordt het
„Status"-lampje weer groen.
Als de oorzaak van de fout of de waarschuwing niet verdwijnt, blijft het „Status"-lampje rood.
Gebruik
om verder te gaan naar het laatste bedieningsmenu, waarmee de foutmelding of
waarschuwing gelezen kan worden.
Het is mogelijk de volgende fouten te detecteren:
•
Fout in flash (geheugen)
•
Fout in EEPROM (geheugen)
•
Fout voeding
•
Bekrachtingsfout van krachtopnemer
Zie
Paragraaf 6.8 Waarschuwingen en fouten die gedetecteerd worden door de elektronische
baanspanningsbesturingseenheid.
Het is mogelijk de volgende waarschuwingen te detecteren:
•
Communicatieprobleem van PROFIBUS
•
Communicatieprobleem van PROFINET
•
Synchronisatieprobleem
Zie
Paragraaf 6.8 Waarschuwingen en fouten die gedetecteerd worden door de elektronische
baanspanningsbesturingseenheid.
3BSE029380R0229 Rev B