Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA111/112/122, Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 2 Installatie
2.4 Installeren van de elektronische besturingseenheid
2.4.1 Keuze en plaatsing bedrading
2.4.1.1 Aanbevolen kabels
Voeding
3 × 1,5 mm
4 × 1,0 mm
max. 50 m
Krachtopnemer A
2-2
De bedrading waarmee de krachtopnemers op de elektronische baanspanningsbesturingseenheid
worden aangesloten en de elektrische aansluitingen moeten uitgevoerd worden volgens het
aansluitschema 3BSE028140D0065 (zie de bijlage behorend bij het type krachtopnemer)
of volgens de specifieke documentatie bij de bestelling.
PFEA111/112/122
De afschermingen van de kabels moeten
aangesloten worden:
- op een koperen aardrail vlakbij de
IP 20-uitvoering (niet waterdicht)
- op een koperen aardrail geïnstalleerd
in de kast van de uitvoering IP 65
(NEMA 4)
2
IP 65-uitvoering
(NEMA 4)
Klemmenkast
2
+ afscherming
Afbeelding 2-1. Aanbevolen kabels
Signalen van de krachtopnemers
2 × 2 × 0,5 mm
Bekrachtiging van de krachtopnemer
2 × 2,5 mm
Krachtopnemer B
Extern
weergave-instrument
(niet meegeleverd
door ABB)
2
n × 0,5 mm
+ afscherming
Naar besturingssysteem
PROFIBUS-DP
(alleen PFEA112)
PROFINET
(alleen PFEA122)
2
+ afscherming
2
3BSE029380R0229 Rev B