Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot ABB of bezoekt ons op internet: https://new.abb.com/benelux Producthandboek 2CKA000073B5466 │3...
Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt ABB geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of...
Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.2 “Beoogd gebruik“ op pagina 5 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. ABB is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
Veiligheid Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische spanning! Elektrische spanning! Levensgevaar en brandgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V. Bij direct of indirect contact met spanningsgeleidende delen ontstaat een gevaarlijke doorstroming van het lichaam. Elektrische schok, brandwonden of de dood kunnen het gevolg zijn. Uitsluitend erkende elektrotechnische installateurs mogen werkzaamheden ■...
Veiligheid Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
Opbouw en functie De apparaten zijn binaire ingangen voor de decentrale inbouwmontage en de montage op een DIN-rail. De apparaten beschikken over twee of vier kanalen en worden gebruikt als interface voor de comfortabele bediening van ABB-free@home ® -installaties met conventionele impulsdrukkers of voor het uitlezen van technische binaire signalen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de mogelijke functies van het apparaat. Symbool op Informatie gebruikersinterface Naam: bedieningselement (bedieningswip) ® Bedieningselement voor de besturing van ABB-free@home functies. Elke sensorfunctie kan worden gekozen, bijvoorbeeld jaloeziesensor, dimsensor. Naam: bewegingsschakelaar Sensor voor bewegings- en helderheidsafhankelijke besturing van ABB-free@home ®...
Selecteer daar de betreffende binaire ingang om vervolgens onder "Instellingen – Kanaalselectie" twee kanalen te combineren voor de aansluiting van een bedieningswip. Aanwijzing Kanalen kunnen alleen worden gekoppeld, zolang deze niet zijn toegewezen aan andere ABB-free@home ® -apparaten. (Licht-)stroomkringen schakelen Als de functie bedieningswip in combinatie met een schakelaktor wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor het schakelen van een lamp moet de functie "Bedieningselement"...
Pagina 11
Opbouw en functie Schakelbediening met nalooptijd Als een op een binaire ingang aangesloten impulsdrukker wordt gebruikt voor het schakelen van trappenhuisverlichting, moet de functie "Trappenhuis-lichtsensor" worden gekozen. In de configuratie van de bijbehorende schakelaktor (waarop de lampen in het trappenhuis zijn aangesloten), kan de "nalooptijd"...
Pagina 12
De jaloezie kan dan niet meer worden ® bediend door andere ABB-free@home -apparaten of jaloezieschakelaars. Omschakeling verwarmen/koelen Deze functie moet worden gekozen als via een aangesloten schakelaar handmatig moet worden omgeschakeld tussen de bedrijfsmodi verwarmen en koelen.
Aansluiting, inbouw / montage Planningsaanwijzingen Aanwijzing Aanwijzingen voor de planning en toepassing van het systeem vindt u in het ® systeemhandboek voor ABB-free@home . Het handboek kunt u downloaden van https://abb.com/freeathome. Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische schok door kortsluiting! Levensgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V bij kortsluiting op de laagspanningsleiding.
Aansluiting, inbouw / montage Elektrische aansluiting – De verbinding met de buslijn vindt plaats via de meegeleverde busaansluitklem. – De in-/uitgangen worden aan de hand van het aansluitschema met zes ca. 30 cm lange insteekbare aansluitsnoeren aangesloten. – De aansluitsnoeren mogen tot max. 10 m worden verlengd. Aanwijzing Het apparaat is na aansluiting van de busspanning klaar voor gebruik.
Aansluiting, inbouw / montage Montage / demontage De inbouwmontage vindt plaats in installatiedoos Ø 55 mm volgens DIN 49073, bijv. achter ■ de impulsdrukker. Het apparaat kan in iedere inbouwpositie worden gemonteerd. ■ De sticker moet eraf getrokken en in de lijst geplakt worden (zie systeemhandboek System ■...
Opmerking Algemene informatie over de inbedrijfname en de parametrering vindt u in het ® systeemhandboek van de ABB-free@home Apparaten toewijzen en kanalen vastleggen De in het systeem geïntegreerde apparaten moeten worden geïdentificeerd, d.w.z. ze worden aan de hand van hun functie toegewezen aan een ruimte en krijgen een naam.
Inbedrijfname 6.1.1 Apparaat toevoegen Het configureren, plaatsen en koppelen van de apparaten gebeurt met het schakelvlak "Apparaten, scènes en groepen" (symbool schakelaar) op de gebruikersinterface van het System Access Point. Als u niet via het hoofdmenu binnenkomt, kan het zijn dat links alleen het schakelaarsymbool zichtbaar is (zie pijl).
Pagina 22
Inbedrijfname Afb. 7: Apparaat uit de menubalk slepen (voorbeeld) Aanwijzing voor de bediening via een mobiele telefoon De gebouwplattegrond is niet beschikbaar in de app voor mobiele telefoons. – Gebruik hier de lijstweergave van de apparaatconfiguratie om het apparaat te lokaliseren, (zie ‘Apparaatoverzicht openen’ op pagina 27). Producthandboek 2CKA000073B5466 │22...
Pagina 23
Inbedrijfname Het apparaat kan via het serienummer of door schakelen worden geïdentificeerd. Afb. 8: Apparaten toewijzen Er verschijnt een venster waarin alle apparaten zijn genoemd die bij de gekozen toepassing passen. Identificatie aan de hand van serienummer Afb. 9: Identificatie aan de hand van serienummer 5.
Pagina 24
Inbedrijfname Identificatie door schakelen Als er verschillende apparaten in de apparatenlijst staan, kunt u deze identificeren door het echte apparaat te schakelen. Afb. 10: Identificatie door schakelen (voorbeeld) 1. Open de apparatenlijst. 2. Druk op het schakelvlak "Identificatie" [1] en schakel vervolgens het echte apparaat. Als alternatief bedient u alleen het schakelvlak [2] op de webinterface.
Pagina 25
Inbedrijfname Naam toewijzen Afb. 11: Naam toewijzen (voorbeeld) 3. Wijs een eenvoudig te begrijpen naam toe waarmee de toepassing later moet worden weergegeven, bijvoorbeeld "weerstation zuidwand". 4. Tik op het schakelvlak "Opslaan" om de wijzigingen toe te passen. – De invoer wordt toegepast. Producthandboek 2CKA000073B5466 │25...
Instelmogelijkheden per kanaal Voor ieder kanaal kunnen algemene instellingen en speciale parameterinstellingen worden aangepast. De instellingen worden ingevoerd op de webbased gebruikersinterface van het System Access ® Point of de ABB-free@home App Next. Apparaat selecteren Afb. 12: Apparaat selecteren 1. Selecteer het apparaatsymbool [1] op de plattegrond van het werkblad.
Pagina 27
Inbedrijfname Apparaatoverzicht openen 1. In het hoofdmenu "Apparaten, scènes en groepen" (symbool tandwiel) [1] selecteren. Als u niet via het hoofdmenu binnenkomt, dan op het symbool [2] klikken. Afb. 13: Apparaatoverzicht openen (voorbeeld) 2. Schakelvlak "Functies" [3] selecteren. – Het apparaatoverzicht wordt geopend. –...
Pagina 28
Inbedrijfname Afb. 14: Apparaatoverzicht (voorbeeld) 3. Tik op de apparaatcategorie. – De lijst met beschikbare apparaten verschijnt. 4. Tik op het apparaat waarvan u de informatie wilt bewerken. – Er wordt een nieuw venster geopend met informatie over het betreffende apparaat. Producthandboek 2CKA000073B5466 │28...
Inbedrijfname Parameters Het apparaatmenu geeft informatie over de naam van het apparaat, de positie in het gebouw en andere instellingen. Afb. 15: Apparaatmenu Producthandboek 2CKA000073B5466 │29...
Pagina 30
Inbedrijfname Pos. Beschrijving Apparaatnaam Het tekstveld kan gebruikt worden om een eigen naam aan het apparaat toe te kennen. Positie Door op het dropdownmenu te tikken, kunt u aan het apparaat een positie toewijzen in de door u gedefinieerde gebouwstructuur (bijv. toewijzing aan een kamer op een bepaalde etage).
Inbedrijfname Verknopingen: Apparaten worden geconfigureerd, geplaatst en gekoppeld via het menu "Apparaten, scènes en groepen". Sensoren en dimaktoren kunnen met elkaar worden verbonden. Zo kunnen eenvoudige aan- /uitschakelingen of wisselschakelingen worden gerealiseerd. De koppeling wordt gemaakt via de configuratiemodus in de gebouwplattegrond van de webbased gebruikersinterface van het System Access Point.
Inbedrijfname 6.4.1 Sensor en aktor koppelen Apparaten worden geconfigureerd, geplaatst en gekoppeld via het menu "Apparaten, scènes en groepen". Af. 16: Sensor en aktor koppelen (voorbeeld) 1. Kies in de gebouwplattegrond de sensor [1] die aan de aktor gekoppeld moet worden (voor gedetailleerde informatie, zie het systeemhandboek).
Pagina 33
Inbedrijfname Lichtscènes en lichtgroepen Een lichtscène betekent het oproepen van een ingestelde lichtsituatie (bijvoorbeeld ingestelde dimwaarden) met een enkele impulsdrukker. Bij een lichtgroep wordt een groep lampen met een enkele impulsdrukker gelijktijdig geschakeld. Lichtscènes en lichtgroepen kunnen via het menu "Apparaten, scènes en groepen" van het System Access Point worden geconfigureerd.
Update Update De firmware wordt via de webinterface van het System Access Point geüpdatet. Bediening Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op garantie! Het apparaat moet toegankelijk zijn om een correcte werking, keuring, visuele controle, onderhoud en reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
Index Index Aansluiting, inbouw / montage ......18 Levering ............9 Aansluitschema's ........... 19 Apparaat selecteren ........29 Apparaat toevoegen ........24 Maatschetsen ..........17 Apparaatoverzicht ......... 15 Milieu ............7 Montage ............21 Apparaten toewijzen ........23 Naam toewijzen ..........28 Bediening ...........
Pagina 37
Aanwijzing Een onderneming van de ABB-groep We behouden ons te allen tijde het recht voor technische wijzigingen en Busch-Jaeger Elektro GmbH wijzigingen van de inhoud van dit Postbus document aan te brengen zonder 6710 BC Ede voorafgaande melding. Bij bestellingen gelden de...