Afbeelding 2-11. Plaatsing van de gaten voor bevestiging van de kasten op de vloer
2.5.3 Ruimtebehoefte
3BSE029380R0229 Rev B
Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA111/112/122, Gebruikershandleiding
Vier schroeven
D = 14 mm (0,6 inch.)
Tabel 2-2. Afstanden in Afbeelding 2-11
Symbool
X
W3
W
Y
D3
Dtot
De totale afmetingen van de kast worden getoond in het schema met afmetingen in
Illustraties.
De volgende regels zijn van toepassing op de plaatsing van de kast:
•
De afstand tussen de bovenzijde van de kast en het plafond een balk in het plafond of een
ventilatiekanaal moet minimaal 250 mm bedragen. Als de kabels van de bovenkant in de
kast geleid worden, moet de afstand minstens 1000 mm zijn.
•
Er moet een ruimte van minimaal 40 mm tussen de achterkant van de kast en de muur zijn,
evenals tussen de zijkanten van de kast en de muur.
•
Om een frame met scharnierende deur volledig te kunnen openen zonder tegen de
naastliggende muur te stoten, moet de afstand met de muur met 500 mm groter worden aan
de kant van het scharnierende frame (links) of 300 mm aan de kant van het deurscharnier
(rechts).
•
Voor de kast moet minstens 1 meter vrije ruimte zijn. Het moet mogelijk zijn de deur
volledig te kunnen openen, om de toegang voor controle en onderhoud niet te belemmeren.
Paragraaf 2.5.3 Ruimtebehoefte
Twee schroeven
Afstand
69 mm (2,7")
602 mm (23,7")
700 mm (27,6")
56 mm (2,2")
544 mm (21,4")
655 mm (25,8")
Bijlage A.6
2-11