E.6.2 Berekening van krachten als de baan niet in het midden van de rol zit
3BSE029380R0229 Rev B
Elektronische baanspanningsbesturingseenheid PFEA111/112/122, Gebruikershandleiding
Paragraaf E.6.2 Berekening van krachten als de baan niet in het midden van de rol zit
Gebruik de volgende berekeningen voor horizontale of schuine montage, als de baan niet in
het midden over de rol geleid wordt.
De kracht op de krachtopnemer is proportioneel aan de afstand tussen het aangrijppunt van
baanspanning en de middellijn van de krachtopnemer, zie afbeelding.
a
b
Aangrijppunt van
de baanspanning
Krachtopnemer
PFCL 301E
Procedure voor de berekening:
1.
Horizontale of schuine montage?
2.
Bereken F
en F
R
berekening van
omloopversterking.
3.
Gebruik de volgende formules:
F
voor enkele krachtopnemer =
R
F
voor enkele krachtopnemer =
RT
F
voor enkele krachtopnemer = F
Rtot
krachtopnemer
Waarbij:
L = Afstand van de middellijn van de krachtopnemer en de middellijn van de
tegenoverliggende lager
a = Afstand van het aangrijppunt van de tarrakracht en de middellijn van de
krachtopnemer
b = Afstand van het aangrijppunt van de baanspanning en de middellijn van
de krachtopnemer
L
Aangrijppunt van
de tarrakracht
, zie
Paragraaf E.5, Alternatieve montages, krachtenberekening en
RT
–
L b
×
----------- -
F
R
L
L a
×
----------- -
F
RT
voor enkele krachtopnemer + F
R
–
L
voor enkele
RT
E-7