Advertenties
1200 SUBMENU RS-485
1200
INTERFACE
Gebruikersinterface
Voor communicatie tussen de HYDROVAR en een extern apparaat (bijv. PLC) via een
gestandaardiseerde Modbus-protocol, hebt u de volgende 3 parameters nodig. Stel het
gewenste Adres, Transmissiesnelheid en Formaat volgens de systeemvereisten in.
1205 ADRESSERING
1205
Mogelijke instellingen:
1210 BAUDRATE
1210
9600
Mogelijke instellingen:
1215 FORMAAT
1215
RTU N81
Mogelijke instellingen:
Interne interface
Zelfs als via de RS-485 interface verschillende MASTER-omvormers worden aangesloten
(max. 8 / met gebruik van modus Cascadeserie), moet elke HYDROVAR zijn eigen
pompadresnummer (1-8) krijgen.
Elk adres mag maar een keer worden gebruikt!
1220 POMPADRES.
1220
Mogelijke instellingen:
Stel voor de huidige MASTER-omvormer het gewenste adres in en druk circa 3 sec. op de
knop
►
tot het volgende bericht verschijnt:
Adresseren
Adresseren
Als u in een systeem met meerdere pompen MASTER- en BASIC-omvormers samen gebruikt,
moet u er rekening mee houden dat ook de BASIC-omvormers hun afzonderlijke adres
moeten krijgen omdat het anders onmogelijk is een juiste werking van het systeem te
garanderen.
Voor gedetailleerde informatie, raadpleeg Hoofdstuk 9.4.3.2 Adresseren.
1
1
1220 POMPADR
- >
Adresseren juist
Stel voor het gebruikersinterface het gewenste adres
in.
1 - 247
Transmissiesnelheid voor gebruikersinterface
1200, 2400, 4800, 9600, 14400, 19200, 38400
Formaat voor gebruikersinterface
RTU N81, RTU N82, RTU E81, RTU O81,
ASCII N72, ASCII E71, ASCII 071
Selecteer het gewenste adres voor de MASTER-
omvormer
1-8
* 1 *
91
1220 POMPADR
of
- 1 -
Adresseren mislukt –
nogmaals proberen
S
Advertenties
