0200 SUBMENU CONF.
0200
OMVORMER
0202 SOFTWARE
0202
HV V01.4
Als er een Remote Display wordt aangesloten wordt ook de betreffende softwareversie in
dit venster getoond.
0202 SW RD V01.0
0202
HV V01.4
0203 SET VER.OMV.
0203
sel:00 act:00
Mogelijke instellingen:
Handmatige selectie van de gevraagde gegevens (sel.) en indicatie van de actieve
softwareversie (act.) op de voedingskaart.
Alle beschikbare versies kunnen geselecteerd worden als de productiedatum van de BASIS
versie > 05/2008 is. Na 5 seconden op de knop ▶ te hebben gedrukt wordt de
geselecteerde specificatie geactiveerd en wordt er op de display DONE (GEDAAN)
weergegeven.
De volgende parameters [0285], [0286], [0290] en [0291] worden aan het menu
toegevoegd (alleen bij de eenheden van 5.5-22kW!)
De gevraagde versie kan alleen geactiveerd worden als alle apparaten aangepast worden
aan de nieuwe versie; anders wordt de versie automatisch opnieuw ingesteld op basis van
de volgende lagere versie.
Instelling 00: alle eenheden met productiedatum vóór 05/2008
Instelling 01: BASIS 1.5-4kW (vanaf de software van besturingskaart V01.3)
Instelling 02: BASIS 5.5-22kW (vanaf de software van besturingskaart V01.3/V01.4)
0205 MAX.POMPEN
0205
Mogelijke instellingen:
Selecteer: Het maximum aantal eenheden die gelijktijdig kunnen werken.
Bijvoorbeeld:
Cascadeserie:
1 MASTER- en 2 BASIC-omvormers worden in een meervoudig pompsysteem geïnstalleerd -
> Geschikte waarden = 1...3
Cascaderelais:
1 MASTER-omvormer en 3 pompen met constant toerental -> Geschikte waarden = 2...4
06
Softwareversie van de besturingskaart (HV)
Softwareversie van de remote display (RD) en de
besturingskaart (HV)
Selectie van de SW versie op de voedingskaart
00 - 02
Maximum aantal eenheden
1 - 8
64
G
zie [47]
G
S