9
Elektrische installatie en bedrading
Alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten door goed
opgeleid en gekwalificeerd personeel met geschikt gereedschap worden
uitgevoerd!
Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen is verplicht.
In geval van een storing moet het stroomnet worden gescheiden of
uitgeschakeld. Ten minste 5 minuten wachten, alvorens de HYDROVAR
open te maken. Pas na deze tijd zijn de condensatoren ontladen.
Niet-naleving hiervan kan een shock, brandwonden of de dood tot
gevolg hebben!
9.1 Veiligheidsmaatregelen
Welke veiligheidsmaatregelen in uw toepassingsgeval nodig zijn, kunt u in geval van twijfel
bij uw elektriciteitsbedrijf navragen.
Gebruikt
worden:
Randaarding:
•
De aanwezigheid van de condensatoren in het ingangsfilter kan een aardlekstroom
veroorzaken.
•
Er moet een aangepaste beschermingseenheid worden gekozen (in overeenstemming
met lokale richtlijnen).
Installatieautomaat (RCD/RCCB):
• Bij gebruik van een Installatieautomaat moet u zorgen dat deze ook wordt geactiveerd
in het geval van een kortsluiting in het DC-gedeelte van de HYDROVAR naar aarding!
o EENFASIGE HYDROVAR => impulsgevoelige installatieautomaat gebruiken
o DRIEFASIGE HYDROVAR => AC/DC-gevoelige installatieautomaat gebruiken
• De installatieautomaat moet in overeenstemming met lokale richtlijnen worden
geïnstalleerd!
Automatische veiligheidsschakelaar:
• Automatische veiligheidsschakelaar met karakteristiek van C-type gebruiken
• Evaluatie van de lijnbeveiliging (zie hoofdstuk Technische gegevens)
Interne beveiligingen van de HYDROVAR:
• De storingen, kortsluiting, dal- en piekspanning, overbelasting en de
oververhitting van de elektronische componenten worden intern door de
HYDROVAR opgevolgd.
Externe beveiligingen:
• Extra beschermende functies zoals de beveiliging tegen oververhitting van de
motor en watergebrek in de pomp, worden door externe apparatuur geregeld.
•
randaarding
•
voor alle stroomsoorten sensitieve installatieautomaat
•
TN-aardingssystemen
25