Advertenties
Voorbeeld betreffende het gebruik van de Offset-functie:
Systeem met constante druk met gewenste waarde van 5 bar.
Een doorstroomsensor is bovendien op de Offset ingang aangesloten.
Parameter [0907] – Max. Offs. = 160 (maximum bereik van de doorstroomsensor = 16
3
m
/u)
Systeemvereiste 1:
Constante druk van 5 bar bij een debiet tussen de 5 m
Beneden de 5 m
3
/u moet de druk worden verminderd tot de limiet van max. 2,5 bar bij een
debiet van 2 m
3
/u.
Instellingen:
Parameter [0910] – Niveau 1 = 50 = 5 m
Parameter [0912] – Offset X1 = 20 = 2 m
Parameter [0913] – Offset Y1 = 2,5 = 2,5 bar (toegestane max. druk bij dit debiet)
Systeemvereiste 2:
Constante druk van 5 bar bij een debiet tussen de 5 m
Boven de 12 m
3
/u moet de druk worden verhoogd tot de limiet van max. 6,0 bar bij een
max. debiet van 16 m
Instellingen:
Parameter [0915] – Niveau 2 = 120 = 12 m
actief is)
Parameter [0917] – Offset X2 = 160 = 16 m
Parameter [0918] – Offset Y2 = 6 = 6 bar (gewenste druk bij dit debiet)
16
14
12
10
8
OFFSET X2
6
4
OFFSET X1
2
0
0
20
2m³/h
3
/u.
Gewenste waarde (Offset Insnijwaarde)
Valore richiesto (Incidenza Offset)
Required Value - Sollwertverlauf (Offseteinfluss)
5m³/h
OFFSET Y1
40
60
Niveau 1
3
/u en 12 m
3
/u (eerste limiet waarop de offsetfunctie actief is)
3
/u (vast punt volgens de vereisten)
3
/u en 12 m
3
/u (tweede limiet waarop de offsetfunctie
3
/u (vast punt volgens de vereisten)
80
100
Offset
88
3
/u.
3
/u.
12m³/h
OFFSET Y2
120
140
Niveau 2
160
Advertenties
