Gebruiksaanwijzing
Motorolietemperatuurmeter
Deze meter geeft de temperatuur van de motorolie
aan. Als de wijzer in het rode gebied komt, schakelt u
de aftakas uit en laat u de motor stationair draaien om
hem af te laten koelen.
Als de meter geen temperatuurdaling laat zien, de
motor direct stoppen, luchtinlaatroosters
schoonmaken, en/of de oorzaak van de te hoge
temperatuur verhelpen.
Brandstofvoorraadmeter
Deze meter geeft de resterende hoeveelheid brandstof
in de tank aan.
Bedrijfsurenteller
De bedrijfsurenteller (fig. 10) registreert het aantal
uren dat de motor heeft gelopen. Gebruik deze
informatie om de onderhoudsintervallen te bepalen.
Vooruit en achteruit rijden
1.
Stop de tractor.
Belangrijk: Nooit de transmissie schakelen
terwijl de tractor in beweging is. Dit
kan leiden tot beschadiging van de
transmissie.
Belangrijk: De schakelhendel nooit forceren.
Licht indrukken van het rijpedaal
tijdens het schakelen kan het
schakelen vereenvoudigen.
2.
Met de hendel Hoog/Laag schakelt u de
rijsnelheid in hoog "H" of laag "L" (fig. 10).
Gebruik Laag voor het beste maaiwerk en goede
prestaties met werktuigen. Gebruik Hoog voor
transport of wanneer de omstandigheden een
hogere rijsnelheid toelaten.
18
POTENTIEEL GEVAAR
Door een te hoge rijsnelheid op hellingen
kan de tractor omslaan of kunt u de macht
over het stuur verliezen.
WAT KAN ER GEBEUREN
Omslaan of verlies van de macht over het
stuur kan ernstig of zelfs fataal letsel
veroorzaken.
HOE HET GEVAAR TE VERMIJDEN
De tractor nooit in neutraal schakelen
terwijl hij in beweging is.
De tractor nooit in neutraal laten rollen op
hellingen.
Zorg ervoor dat u alle instructies in de
gebruikershandleiding en op de tractor
hebt gelezen, begrepen en opgevolgd
voordat u de tractor start.
3.
Zet het handgas in de stand SNEL voor de beste
prestaties. (Met het handgas regelt u het
motortoerental.)