Gebruiksaanwijzing
Bediening van de aftakas
Met de aftakasschakelaar schakelt u de elektrische
koppeling van de aftakas in en uit.
Als de contactsleutel in de stand LOPEN of
VERLICHTING staat en de aftakas ingeschakeld is,
brandt het indicatielampje voor de aftakas. Als dit
lampje brandt, betekent dat: let op, de aftakas is
ingeschakeld en de startmotor werkt niet als de
aftakas ingeschakeld is. Schakel de aftakas altijd uit
voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
Aftakas inschakelen
1.
Trap het rempedaal in om de tractor te stoppen.
2.
Zet het handgas in de stand SNEL.
Belangrijk: Gebruik voor de beste prestaties
altijd volgas wanneer de
aftakasschakelaar in de stand AAN
staat.
3.
Trek de aftakasschakelaar omhoog in de stand
AAN (fig. 13).
1
Figuur 13
1. Indrukken (uit, ontkoppeld)
Aftakas uitschakelen
1.
Druk de aftakasschakelaar omlaag in de stand
UIT.
16
2
m–3264
2. Uittrekken
(aan, gekoppeld)
Het veiligheidssysteem
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om ervoor te
zorgen dat de motor alleen kan worden gestart als:
U op de bestuurdersstoel zit
Het rempedaal ingetrapt is
De aftakasschakelaar UIT staat
Het veiligheidssysteem stopt de motor als u opstaat
van de stoel, het rempedaal loslaat of de
aftakasschakelaar AAN staat.
Veiligheidssysteem testen
Test het veiligheidssysteem telkens voordat u de
machine gebruikt. Gebruik de machine niet als het
veiligheidssysteem niet naar behoren werkt. Als het
veiligheidssysteem niet zoals hieronder beschreven
functioneert, moet u het direct door een
geautoriseerde dealer laten repareren.
1.
Trap het rempedaal helemaal in. Trek de
aftakasschakelaar omhoog in de stand AAN.
Draai de contactsleutel op START. De startmotor
mag niet gaan draaien.
2.
Druk de aftakasschakelaar omlaag in de stand
UIT en laat het rempedaal los. Draai de
contactsleutel op START. De startmotor mag niet
gaan draaien.
3.
Trap het rempedaal helemaal in en stel de
parkeerrem in werking. Druk de
aftakasschakelaar omlaag in de stand UIT en sta
op van de stoel. Draai de contactsleutel op
START. De startmotor mag niet gaan draaien.
4.
Trap het rempedaal helemaal in en stel de
parkeerrem in werking. Druk de
aftakasschakelaar omlaag in de stand UIT. Start
de motor. Terwijl de motor loopt, lost u de
parkeerrem en komt u iets omhoog uit de stoel.
De motor moet nu stoppen.