Waarden instellen
Om een instelling aan te passen, tipt u met uw vinger
op de betreffende plaats van het display. Op het dis-
play verschijnt het instelbereik. Veeg in dit instelbereik
met de vinger op het display naar links of rechts tot de
gewenste instelling vergroot is.
4.3 Knoppen
De knoppen zijn aanrakingsgevoelige vlakken. Druk om een functie te kiezen op de betreffende knop.
Symbool
Naam
Aan/Uit
Pijl links
Pijl rechts
Start/Stop
Magnetron
4.4 Binnenruimte
Verschillende functies in de binnenruimte ondersteunen
bij het gebruik uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte schuiven.
→ "Accessoires", Pagina 12
Uw apparaat heeft 3 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De rekjes zijn afhankelijk van het type apparaat op een
of meerdere niveaus met telescooprails uitgerust.
De rekjes kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen, verwijde-
ren.
→ "Rekjes", Pagina 28
Zelfreinigende oppervlakken
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend. De
zelfreinigende oppervlakken zijn voorzien van een laag-
je poreus, mat keramiek en hebben een ruw oppervlak.
5 Functies
In het hoofdmenu vindt u een overzicht van de functies van uw apparaat.
Tip: Al naar gelang het apparaattype kunt u met de Home Connect app extra of uitgebreide functies benutten. Infor-
matie daarover kunt u vinden in de app.
Gebruik
Apparaat in- of uitschakelen
Instelwaarden verlagen
Instelwaarden verhogen
Werking starten of onderbreken
Magnetron instellen
Waarden
Gebruik
Verhogen
Op het display met uw vinger naar
rechts vegen
Verlagen
Op het display met uw vinger naar
links vegen
Wanneer het apparaat in gebruik is, nemen de zelfreini-
gende oppervlakken vetspetters van het bakken, bra-
den of grillen op en breken ze af.
Als de zelfreinigende oppervlakken zich tijdens het ge-
bruik niet meer voldoende reinigen, warm de binnen-
ruimte dan gericht op.
→ "Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte re-
genereren", Pagina 27
Verlichting
Een of meerdere ovenlampen verlichten de binnenruim-
te.
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan 15 minuten open, dan gaat de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting in zodra
het gebruik wordt gestart. Als het gebruik wordt beëin-
digd, schakelt de verlichting uit.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
▶
Dek de ventilatiesleuven niet af.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking stopgezet. Sluit u de apparaatdeur,
dan wordt de werking automatisch voortgezet.
Wanneer u bij het gebruik van de magnetronfunctie de
apparaatdeur sluit, dient u de werking voort te zetten.
Functies nl
9