Hfdst. 6.8.1 AFSTELLING VAN VOOR - ACHTEROPHANGINGEN OP VERSIE 40km/h HS - 4WD
Met 3 operators uit te voeren handelingen
Wanneer het nodig is om na het verstrijken van de aangeraden tijd (zie overzichtstabel) de volledige werking van de voor- en
achterophangingen af te stellen of opnieuw in te stellen, dient de volgende procedure te worden gevolgd:
De Greyhound versie 40km/h heeft voor- en achterophangingen. De instellingsprocedure voor de voorophangingen is identiek
aan de procedure voor de versie 15km/h - 25km/h 200AS (zie de vorige pagina). De betreffende kraan is onderdeel A van Afb. 1.
Ga als volgt te werk voor de afstelling van de achterophangingen:
1) Maak de kraan gereed (B Afb.) zoals voor de afstelling van de voorophanging.
2) Open de achterkranen van de ophangingen (C Afb.2)
2) Open de kraan (B Afb.1). De ophangingen worden ontladen.
3)
Schakel de machine in en versnel haar volledig. De ophangingen worden geladen. Ontlaad de ophangingen nu volledig.
Herhaal dit een aantal keren om er zeker van te zijn dat er geen lucht meer aanwezig is. Meet de zuiger tijdens het opnieuw
laden en omhoogkomen. Sluit de voorkraan (B Afb. 1) op 100 mm en sluit daarna de 2 achterkranen (C Afb. 2).
4) Na afloop de diverse handelingen in omgekeerde volgorde uitvoeren om de voorkraan te blokkeren (B Afb. 1).
5) Maak een testrit.
Herhaal de procedure indien de afstelling niet naar wens is.
6) Neem contact op met de assistentiedienst indien u er niet in slaagt de afstelling naar wens uit te voeren.
A
Afb.1
Afb.3
NL
46
GEBRUIK EN ONDERHOUD
B
100 mm
NOTA'S:
a) De controle van de ophangingen moet na de eerste 10 werkuren
en vervolgens om de 400 werkuren herhaald worden.
b) Controleer na afloop van de afstelling van de ophangingen of de
machine parallel aan het referentievlak staat en recht staat.
c) Controleer de borgmoeren van de voor- en achterwielen.
Het aanhaalmoment moet
Afb.2
630 Nm zijn.
Ed. 11/07
C