Inhoudsopgave
Advertenties
laadvolgorde dient er de voorkeur aan gegeven te worden eerste het zwaardere en dan het lichtere materiaal te laden om het
volume van de wagen zo goed mogelijk te benutten.
Hfdst. 5.7.7 MENGEN
De daadwerkelijke mengfase begint na de invoering van de laatste component. Voor een doeltreffende menging is het van belang
dat er vrije zones in de machine zijn, met name om precies te zijn aan de achterzijde in wagens met voormenging en in de
achter- en voorzijde in wagens met een centrale menging.
Deze factor is uiterst belangrijk om de rotatie van het materiaal in de wagen mogelijk te maken. N.B.: het is zeer belangrijk de
machine niet te overladen. Het toerental van de rotatie van de cardanas is niet fundamenteel. Het is hoe dan ook een goede
zaak rond de 400-500 toeren/minuut te blijven.
Hfdst. 5.7.8 UITLADEN
De fase van uitlading moet onmiddellijk na het mengen plaatsvinden. Het is belangrijk het voer binnen een zo kort mogelijke
tijd te verdeling, om het verschil van mengtijd van het materiaal dat het eerst en het materiaal dat het laatst geladen werd, tot
een minimum te reduceren. Waar het om dieren met permanente stalling gaat, is ook de gelijkmatigheid van de verdeling
van belang. De operator moet er dus voor zorgen de snelheid van voortbeweging te regelen, of de opening van de afvoerdeur.
In deze fase wordt het aangeraden de aftakas bij een snelheid van 300-400 toeren/minuut te laten werken.
Hfdst. 5.8 STARTEN EN GEBRUIK 15 Km/h - 25 Km/h AS
Het starten en uitschakelen van de motor vindt plaats door het rempedaal in te drukken en aan de contactsleutel (B Afb.2) te
draaien. Houd de sleutel 15 seconden in de positie HEAT wanneer het starten onder koude omstandigheden plaatsvindt.
Controleer voor het starten of de koppelingsknop uitgeschakeld is.
Wacht na het starten tot de watertemperatuur minstens 60° bereikt heeft, alvorens te beginnen te werken.
Deze tijd is nodig om de hydraulische olie de juiste temperatuur te laten bereiken.
Tijdens de verplaatsingen en de manoeuvres moet het toerental van de motor binnen een waarde van 1300-2000 toeren/minuut
gehandhaafd blijven. Om de machine te bewegen, moet de parkeerrem (B - Afb 15/25 Km/h) worden ontgrendeld en moet u het
pedaal (C - Afb.3) langzaam bewegen (naar voren om vooruit te rijden, naar achter om achteruit te rijden); laat het pedaal in de
middelste positie los om te stoppen.
A
Afb.1
A = KNOP
PARKEERREM
(15/25 Km/h)
N.B.= Alvorens de machine te verlaten, dient u de parkeerrem (A Afb.1 15/25 Km/h) in te schakelen of de motor uit te
zetten. Wacht tot de frees stilstaat alvorens de draairichting om te draaien.
AANDACHT:indien de motor uitgaat, wacht minstens 6 seconden alvorens opnieuw te starten
GEBRUIK EN ONDERHOUD
B
Afb.2
VOORUIT
C
(15/25 Km)
ACHTERUIT
REMPEDAAL
Afb.3
Ed. 11/07
NL
33
Advertenties
Inhoudsopgave
