5
Originelen en afdrukmateriaal
plaatsen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmateriaal
plaatst.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
•
Originelen plaatsen
•
Afdrukmateriaal selecteren
•
Papier plaatsen
•
Papierformaat en -type instellen
•
Een uitvoerlocatie selecteren
Originelen plaatsen
Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, legt u het op de
glasplaat of in de ADI (Automatische DocumentInvoer).
Op de glasplaat van de scanner
Zorg ervoor dat er geen originelen in de ADI liggen. Als een origineel
wordt gedetecteerd in de ADI, zal het voorrang krijgen op het origineel op
de glasplaat. Voor de beste scankwaliteit, vooral bij afbeeldingen in kleur
of grijstinten, gebruikt u bij voorkeur de glasplaat.
1
Open het deksel van de scanner.
2
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op
de glasplaat en leg het op één lijn met de centreergeleider in
de linkerbovenhoek van de plaat.
3
Sluit het deksel van de scanner.
Opmerkingen
• Als u het deksel van de scanner tijdens het kopiëren geopend
laat, kan dit een impact hebben op de kopieerkwaliteit en het
tonerverbruik.
• Stof op de glasplaat kan leiden tot zwarte vlekken op de afdruk.
Houd de glasplaat schoon.
• Om een pagina uit een boek of tijdschrift te kopiëren, opent
u het deksel van de scanner tot tegen de aanslag en sluit u het
daarna weer. Als het boek of tijdschrift dikker is dan 30 mm,
kopieert u met het deksel open.
In de ADI
U kunt tot 50 vellen papier (75 g/m
Als u de automatische documentinvoer gebruikt:
• Gebruik geen papier dat kleiner is dan 142 x 148 mm of groter dan
216 x 356 mm.
• Vermijd het gebruik van de volgende papiersoorten:
- carbonpapier of doordrukpapier
- gecoat papier
- licht doorschijnend papier of dun papier
- gekreukt of verfrommeld papier
- gekruld of opgerold papier
- gescheurd papier
• Verwijder alle nietjes en paperclips voordat u het papier plaatst.
• Controleer of eventuele lijm, inkt of correctievloeistof op het papier
volledig droog is voordat u het plaatst.
• Plaats geen originelen van verschillend formaat of gewicht.
• Plaats geen boekjes, foldertjes, transparanten of documenten met
andere afwijkende eigenschappen.
5.1
<Originelen en afdrukmateriaal plaatsen>
2
) in de ADI plaatsen.