Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geluiden Instellen; Luidspreker, Beltoon, Toetsgeluid En Waarschuwingstoon; Tekens Via Het Numerieke Toetsenblok Invoeren; Alfanumerieke Tekens Invoeren - Xerox Phaser 3300MFP Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Geluiden instellen

U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen:
• Toetsgeluid: schakelt het geluid van de toetsen in of uit. Wanneer
deze optie op Aan staat
hoort u een geluid wanneer er een toets
,
wordt ingedrukt.
• Waarsch.geluid: schakelt het waarschuwingstoon aan of uit. Wanneer
deze optie op Aan staat, klinkt er een waarschuwingstoon wanneer
er een fout optreedt of na verzending of ontvangst van een fax.
• Luidspreker: schakelt de weergave van geluiden van de telefoonlijn
via de luidspreker (bijvoorbeeld een kies- of faxtoon) in of uit. Met
deze optie op Communicatie, wat "Normaal" betekent, blijft de
luidspreker aan totdat het andere apparaat reageert.
U kunt het volume regelen met behulp van Handmatig kiezen.
• Belsignaal: stelt het volume van de beltoon in. Het beltoonvolume
kunt u instellen op Uit, Laag, Midden en Hoog.
Luidspreker, beltoon, toetsgeluid
en waarschuwingstoon
1
Druk op Menu totdat Systeeminst. verschijnt op de onderste regel
van het display en druk vervolgens op Enter.
2
Druk op de pijltoetsen tot Geluid/Volume verschijnt en druk
vervolgens op Enter.
3
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste geluidsoptie verschijnt
en druk vervolgens op Enter.
4
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste status of het gewenste
volume voor het geselecteerde geluid verschijnt en druk vervolgens
op Enter.
5
Herhaal indien nodig de stappen 3 tot en met 5 om andere geluiden
in te stellen.
6
Druk op Stoppen/Wissen om naar de stand-bymodus terug te keren.
Luidsprekervolume
1
Druk op Handmatig kiezen. U hoort een kiestoon uit de luidspreker.
2
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste volume is bereikt.
3
Druk op Handmatig kiezen om de wijziging op te slaan naar
de stand-bymodus terug te keren.
Opmerking
U kunt het volume van de luidspreker alleen wijzigen als
de telefoonlijn is aangesloten.

Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren

U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren.
Bij de installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de
naam van uw bedrijf en uw faxnummer invoeren. Wanneer u faxnummers
of e-mailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijbehorende
namen invoeren.

Alfanumerieke tekens invoeren

1
Als u gevraagd wordt om een letter in te voeren, zoekt u de toets
met het gewenste teken. Druk een aantal keren op deze toets totdat
de gewenste letter op het display verschijnt.
Om bijvoorbeeld de letter O in te voeren, drukt u op 6, de toets met
het opschrift MNO.
Telkens wanneer u op 6 drukt, verschijnt op het display een andere
letter: M, N, O en tot slot 6.
U kunt ook speciale tekens invoeren (spatie, plusteken, enzovoort).
Raadpleeg onderstaand hoofdstuk voor meer informatie.
2
Als u nog meer letters wilt invoeren, herhaalt u stap 1.
Indien op dezelfde knop de volgende letter staat, verplaatst u de
cursor door op de rechter pijltoets en vervolgens op de knop met
de gewenste letter te drukken. De cursor gaat naar rechts en de
volgende letter verschijnt op het display.
Als u een spatie wilt invoeren, drukt u tweemaal op 1.
3
Na het invoeren van de letters drukt u op Enter.
Letters en cijfers op het toetsenblok
Toets
Toegewezen cijfers, letters of tekens
1
1 Spatie
2
A B C a b c
3
D E F d e f
4
G H I
g h i
5
J
K L j
6
M N O m n o 6
7
P Q R S p q r
8
T U V t
9
W X Y Z w x
0
+
- ,
.
2.3
<Systeeminstallatie>
2
3
4
k
l
5
s
7
u v
8
y
z
9
'
/
*
# & @ 0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave