Inhoudsopgave
Advertenties
2.
Tik op [Setup].
3.
Tik op [Execute] om de setup uit te voeren.
4.
Tik op
op als een songbestand (pagina 33).
De instellingen van de Master Mixer opslaan:
U kunt uw oorspronkelijke bewerkingen opslaan als een Master Compressor-type en Master
EQ-type. Als u de instellingen later wilt terughalen, selecteert u het overeenkomstige type in
de rechterbovenhoek van elke display.
1.
Tik op
2.
Selecteer een van USER1 – USER5 in de Compressor-display of USER1 – USER2
in de EQ-display en tik op [Save] om het tekeninvoervenster te openen.
3.
Wijzig zo nodig de naam in het tekeninvoervenster en tik op [OK] om de data op
te slaan.
De kanalen van de stijl of song in- of uitschakelen
In de Mixer-display kunt u elk kanaal van de huidige stijl of song in- of uitschakelen.
1
Tik in de Mixer-display op de tab [Style1/2] (CVP-709) of [Style] (CVP-705),
[Song Ch 1-8] of [Song Ch 9-16].
2
Tik op het kanaal dat u wilt in- of uitschakelen.
Als u een bepaald kanaal op solo wilt zetten, houdt u het gewenste kanaal ingedrukt to het
cijfer groen wordt. U kunt 'Solo' annuleren door gewoon nogmaals op het kanaalnummer
(groen) te tikken.
De voice voor elk kanaal wijzigen:
Tik op het pictogram van het instrument onder het kanaalnummer om de display voor voiceselectie
op te roepen en selecteer de gewenste voice.
OPMERKING
(Alleen CVP-709) U kunt de voice van de audiopart van de audiostijl niet wijzigen.
3
Geef zo nodig nog andere instellingen op en sla deze vervolgens op als een
stijlbestand of songbestand (stap 5 op pagina 92).
(Opslaan) om de display voor songselectie te openen en sla de instellingen
(Opslaan) in de Compressor-display of EQ-display.
Kanaal
Voice
CVP-709/CVP-705 Gebruikershandleiding
93
Advertenties
Inhoudsopgave
