Veiligheidsuitrusting voor kinderen
N.B.: Wanneer u een kinderzitje gebruikt op
een voorstoel, moet u de volgende richtlijn
volgen om de stoel in de lengterichting te
plaatsen: het kinderzitje mag niet in contact
komen met het dashboard. De
passagiersstoel moet zo ver mogelijk naar
achter worden geplaatst en de
veiligheidsgordel moet langs de voorzijde
van de auto (van de ring op de B-stijl naar
het kinderzitje) worden geleid. Is het
heupgedeelte van de veiligheidsgordel
moeilijk strakker te zetten zonder dat speling
overblijft, zet dan de rugleuning recht
overeind en zet de stoel hoger. Zie Stoelen
(bladzijde 132).
ISOFIX-kinderzitjes
Stoelposities
Passagiersstoel
vooraan
Achterste
zitplaats opzij,
ISOFIX
Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing
0
Naar achteren gericht
Tot 29 lbs (13 kg)
Maat-
klasse
Stoel-
type
Maat-
klasse
Stoel-
type
N.B.: Als u een kinderzitje op de achterbank
gebruikt, moet u de voorstoel afstellen
zodat contact met de passagier achteraan,
de voetjes of de beentjes van het kind wordt
vermeden.
Gewichtsgroepen
0+
Niet uitgerust met ISOFIX
1
C, D, E
**
IL
24
1
Naar voren
Naar achteren
gericht
gericht
20 - 40 lbs (9 - 18 kg)
*
A, B, B1
C, D
2
3
IL
, IUF
IL
1
**