U kunt een vooraf ingestelde
geheugenpositie ook als volgt oproepen:
•
Drukken op de ontgrendelknop op uw
intelligente afstandsbediening als deze
is gekoppeld aan een vooraf ingestelde
positie.
•
De intelligente handgreep van het
bestuurdersportier ontgrendelen als
een gekoppelde afstandsbediening
aanwezig is.
•
Een persoonlijke toegangscode
invoeren op het
Securicode-toetsenblok. Zie Sloten
(bladzijde 42).
N.B.: Als u een gekoppelde
afstandsbediening gebruikt als het contact
uitstaat, wordt de stoel naar de Easy
Entry-positie verplaatst.
N.B.: Als u tijdens het oproepen van het
geheugen op een knop drukt om een actieve
geheugenfunctie in te stellen voor de
elektrisch verstelbare stoel, buitenspiegel
of stuurkolomschakelaar (of een
willekeurige geheugentoets), wordt de
werking geannuleerd.
Een vooraf ingestelde positie
koppelen aan uw
afstandsbediening of intelligente
afstandsbediening
U kunt vooraf ingestelde geheugenposities
opslaan voor maximaal drie
afstandsbedieningen of sleutels voor
intelligente toegang.
1.
Zorg dat het contact aan staat en
verplaats de geheugenposities naar de
gewenste posities.
2. Houd de gewenste voorkeuzetoets
ongeveer vijf seconden ingedrukt. Na
ongeveer twee seconden klinkt er een
signaal. Blijf de toets ingedrukt houden
totdat u een tweede signaal hoort.
Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing
Stoelen
3. Druk binnen drie seconden op de
vergrendeltoets op de
afstandsbediening die u wilt koppelen.
Volg dezelfde procedure om een
afstandsbediening te ontkoppelen – maar
druk in stap 3 op de ontgrendeltoets op de
afstandsbediening.
N.B.: Als zich meer dan één gekoppelde
afstandsbediening of intelligente
afstandsbediening binnen het bereik
bevindt, gaat de geheugenfunctie naar de
instellingen van de eerste sleutel om een
geheugenpositie op te roepen.
Functie 'Easy Entry' en 'Easy Exit'
Als u de functie Easy Entry en Easy Exit
inschakelt, wordt de bestuurdersstoel
automatisch maximaal twee inch (vijf
centimeter) naar achteren verplaatst
wanneer u het contact uitzet.
De bestuurdersstoel keert terug naar de
vorige positie wanneer u het contact
aanzet.
U kunt deze functie in- of uitschakelen via
het informatiedisplay. Zie Infodisplays
(bladzijde 90).
ACHTERBANK
De achterbank afstellen
De rugleuning neerklappen
Wanneer u de rugleuningen
neerklapt, let er dan op dat uw
vingers niet tussen de rugleuning en
de stoelzitting ingeklemd raken.
136
WAARSCHUWING