Advertenties
Tips voor het sturen
Als de stuurinrichting zwabbert of
scheeftrekt, controleert u op:
•
De juiste bandenspanning.
•
Onregelmatige bandenslijtage.
•
Losse of versleten delen van de
wielophanging.
•
Losse of versleten delen van de
stuurinrichting.
•
Verkeerde uitlijning.
N.B.: Door een sterk aflopende weg of
harde zijwind kan het lijken dat de
stuurinrichting zwabbert of scheeftrekt.
Adaptief inleren
Het adaptieve inleren door de elektrische
stuurbekrachtiging helpt
onregelmatigheden op de weg te
corrigeren en verbetert de algemene
besturing en stuurgevoel. De
stuurbekrachtiging communiceert met het
remsysteem om de geavanceerde
stabiliteitsregeling en de
ongevalpreventiesystemen te bedienen.
Als de accu werd losgekoppeld of een
nieuwe accu is gemonteerd, moet u een
stukje rijden om het systeem de strategie
opnieuw te laten inleren en alle systemen
te heractiveren.
Edge (CDQ, CWB) Vehicles Built From: 07-12-2015, GT4J 19A321 ABA nlNLD, First Printing
Rijhulpmiddelen
Adaptieve besturing
gevonden, verschijnt een bericht op het
informatiedisplay. Breng de auto tot
stilstand zodra dit veilig kan. Mogelijk
verdwijnt het waarschuwingsbericht als
de fout niet meer aanwezig is. Als de
waarschuwing over de adaptieve
stuurinrichting tijdens meerdere rijcycli
aanwezig blijft, moet u het systeem door
een erkende dealer laten controleren.
De adaptieve stuurinrichting past continu
de stuurverhouding aan de rijsnelheid aan,
om de stuurrespons in alle
omstandigheden te optimaliseren.
De adaptieve stuurinrichting omvat een
vergrendelingssysteem. Als de
vergrendeling is ingeschakeld, gebruikt de
auto een vaste stuurverhouding. U kunt
ook een geluid horen als u de auto start of
uitzet terwijl de vergrendeling wordt uit-
of ingeschakeld. Als onder het rijden de
stroom van uw auto uitvalt of als er een
fout wordt gedetecteerd, wordt de
vergrendeling ingeschakeld zodat u kunt
blijven sturen. In dat geval is het mogelijk
dat het stuurwiel niet recht is terwijl de
auto rechtdoor rijdt. U merkt dan dat u de
auto moet besturen onder een andere hoek
van het stuurwiel. Ook extreme
gebruiksomstandigheden kunnen ertoe
leiden dat de vergrendeling wordt
ingeschakeld. Deze strategie voorkomt
oververhitting en blijvende schade aan de
adaptieve stuurinrichting. Bij normale
stuur- en rijmanoeuvres zal het systeem
kunnen afkoelen en weer normaal werken.
218
WAARSCHUWING
De adaptieve stuurinrichting heeft
diagnosecontroles, die het systeem
continu bewaken. Als een fout wordt
(indien aanwezig)
Advertenties
